Hoofdstuk 9

1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
  • Vorige les?
  • Lesdoelen
  • Filmpjes
  • Snelheden omrekenen
  • Samen oefenen
  • Zelfstandig werken
  • (Vooruit kijken?)
  • Controle & afsluiten 

Slide 2 - Slide

De vorige les

Slide 3 - Mind map

Lesdoelen
  1. Tijdseenheden kunnen opnoemen.
  2. Snelheden omrekenen.
  3. De omrekenfactor uitleggen 

Slide 4 - Slide

Snelheid
  • Afstand -> Hoe meet je die?
  • Tijd -> Welke tijdseenheden ken je?

Slide 6 - Slide

Maar hoe reken ik van KM/U naar M/S?

Slide 7 - Slide

OMREKENTABEL
362 km
1 uur

Slide 8 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=3nbjhpcZ9_g&ab_channel=GERrevolt

Slide 9 - Slide

Bolt rende de 100 meter in 9,58 seconde. Hoeveel km/u is dit? TIP: reken eerst naar 1 seconde! (afronden op 2 decimalen!)
A
375,78 km/u
B
375,79 km/u
C
37,58 km/u
D
37,57 km/u

Slide 10 - Quiz

OMREKENTABEL
100 m
9,58 sec
10,44 m
1 sec
626,30 m
1 min
37.578,29 m
60 min
1 uur
60 min
1 uur
37,58 km
: 9,58
x 60
x 60
: 1.000

Slide 11 - Slide

ONTHOUD: Eerst naar 1 sec -> Delen door hetzelfde getal

Slide 12 - Slide

Dat kan sneller!!
60 x 60 = 3.600
3.600 : 1.000 = 3,6

Slide 13 - Slide

Probeer zelf uit!
5 m/s is …….. km/u

72 km/u …….. m/s

126 km/u is …….. m/s

Slide 14 - Slide

Schaatsen
Mika's favoriete hobby is schaatsen. Hij legde gisteren 28,224 kilometer af en deed hier 1 uur, 44 minuten en 32 seconden over. Hoeveel kilometer per uur schaatste Mika gisteren?
2 decimalen!

Slide 15 - Slide

Fietstocht
Na een lange fietstocht kijkt Mark op zijn Garmin. Hij heeft 2 uur, 26 minuten en 18 seconden gefietst. Hierin heeft hij precies 70,144 km afgelegd. 

Mark wilde minimaal 30 km/u rijden. Is hem dat gelukt?

Slide 16 - Slide

Skeeleren
Mason houdt van skeeleren. Vorige week heeft hij 28 minuten en 49 seconden geskeelerd. Hij skeelerde 17,28 kilometer per uur. Hoeveel kilometer heeft Mason geskeelerd?
2 decimalen!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Geld
  • GELD
  • KEUZES
  • BACO
  •  

Slide 19 - Slide

Welke twee dingen bepalen snelheid? Vul het zo in:
.......... en ..........

Slide 20 - Open question

Hoe reken je van m/s naar km/u?
A
x 3,6
B
x 60 x 60 : 1.000
C
: 60 : 60 x 1.000
D
: 3,6

Slide 21 - Quiz

Hoe komt men aan
'3,6' bij het omrekenen
van snelheden?

Slide 22 - Mind map

DE VOLGENDE KEER
1
2
3
CM³
2
1
CM²

Slide 23 - Slide

ZIJN ER NOG VRAGEN?

Slide 24 - Slide

AIQ
Met de arbeidsinkomensquote kijken we niet alleen naar hoeveel inkomen gaat naar de werknemers, maar houden we ook rekening met de zelfstandige ondernemers die arbeid leveren.

Dit ‘looninkomen’ van de ondernemer dient hij zichzelf toe te kennen uit de winst. Het is dus niet zozeer een vergoeding voor zijn ondernemerschap, maar voor zijn geleverde arbeid.

Slide 25 - Slide