5.4 Samenwerking en democratie

De wereld na 1945
5.4 Samenwerking en democratie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

De wereld na 1945
5.4 Samenwerking en democratie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Je hebt je tekstboek nodig, verder heb je in een tabblad GWP openstaan
  • Bespreken vorige les. Feedback op het huiswerk. SO of taakopdracht. Zie mail.
  • Uitleg bij par. 5.4
  • Poll EU: Wat vind jij?
  • Filmpjes
  • Lees zelf de paragraaf, bekijk afbeeldingen en extra filmpjes bij Geschiedeniswerkplaats
  • Huiswerk voor week 26: maken par. 5.4 (degenen die nog achterstanden hebben, werk het bij. Evt. op het plein onder toezicht). 
  • Vergeet niet de evaluatievragen aan het einde van deze LessonUp te maken. 

Slide 2 - Slide

In deze paragraaf leer je hoe:
  • de internationale samenwerking in Europa begon.
  • de samenwerking werd uitgebreid.
  • de democratie werd versterkt.

Slide 3 - Slide




Kenmerkend aspect bij deze paragraaf: de Europese integratie

Slide 4 - Slide

De Europese samenwerking begint
Vanaf 1993 werken landen samen in de Europese Unie.

Het begon met de Benelux (1944), de economische samenwerking van België, Nederland en Luxemburg. 

Dit werd het voorbeeld voor meer Europese integratie: (integreren) opgaan in een geheel.

Europese landen werkten vanaf 1952 samen in de EGKS: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.


Slide 5 - Slide

Uitbreiding samenwerking
Om de economische ontwikkeling en de vrede te bevorderen werd de samenwerking uitgebreid in 1958 met de EEG: de Europese Economische Gemeenschap. 
Er ontstond een gemeenschappelijk markt met vrije handel tussen de lidstaten: land dat lid is van een internationale organisatie.
De EEG kreeg in Brussel een Europese Commissie: dagelijks bestuur van de EEG en later de EU. En een rechtbank, het Hof van Justitie.
Door hun samenwerking hadden de EEG-landen een spectaculaire economische groei.
Welvaart in München (1963)

Slide 6 - Slide

  • Vanwege de economische voordelen werden in 1973 Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken lid. 
  • In 1981 volgde Griekenland en in 1986 Spanje en Portugal.
  • In 1990 trad, na de val van de Berlijnse Muur, ook Oost-Duitsland toe.
  • En in 1995 komen Finland, Oostenrijk en Zweden erbij.
  • In 2004 treden maar liefst 10 landen toe, namelijk:  Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.
  • Bulgarije en Roemenië volgen in 2007.
  • In 2013 is Kroatië als laatste erbij gekomen.
  • Met het vertrek van het VK zijn er nu 27 lidstaten.




Slide 7 - Slide

Democratie in Europa
Tien Europese landen vormen in 1949 landen de Raad van Europa: organisatie van Europese landen ter bevordering van de democratie.

In 1950 sloten de lidstaten het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
waaraan wetten van die landen moeten voldoen. De controle hiervan vindt plaats door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens: Europese rechtbank in Straatsburg
 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Toekomst van Europa 
Momenteel heeft de EU 27 lidstaten. 

Ieder Europees land kan lid worden als:
1. het land een democratie en rechtsstaat is.
2. het land een stabiele economie heeft.
3. het land de regels en het doel van de EU wil nastreven.

 
 

Slide 10 - Slide

Toekomst van Europa 
In 2005 is de Europese Grondwet weggestemd door de burgers van Nederland en Frankrijk
In 2008 alsnog een Europese grondwet aangenomen (Verdrag van Lissabon)

Het probleem: Ongelijke welvaart in de landen. Het noorden van Europa is rijker dan het zuiden en het oosten. Rijke landen zijn bang dat ze moeten betalen voor armere landen.

Slide 11 - Slide

Reizen, leren en werken in de EU
Voordelen van reizen binnen de EU:
  • Met een Europees paspoort hoef je niet meer te stoppen bij grenzen van landen die het Schengenakkoord hebben ondertekend. 
  • Je hoeft geen geld meer te wisselen binnen de Eurozone. 
  • In alle landen van de EU is 112 het gratis alarmnummer. 
  • Je kunt in elk land van de EU werken, wonen en studeren. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De Europese identiteit
Het is lastig om een Europeaan te herkennen.
In 28 landen wonen bijna 500 miljoen mensen.
Zij spreken 23 verschillende talen, als je alleen de officiële talen meetelt.

Minder dan 5% van de burgers in Europa voelt zich in de eerste plaats Europeaan. Ze voelen zich meer Ier of Duitser of….

Slide 14 - Slide

De Europese identiteit
Toch zijn er ook typisch Europese kenmerken: 

1. de individualistische cultuur ( vrij zijn en persoonlijke ontwikkeling is belangrijk)
2. de Europese cultuur gebaseerd op christelijke tradities (kerstmis, zondag)
3. De Verlichting: de kracht van de rede en alle mensen zijn van nature vrij en gelijk >>  mensenrechten zijn belangrijk in Europa
4. Het landschap en geschiedenis hebben gezorgd voor een handelscultuur en veel contact tussen landen (Dus steden lijken op elkaar, er zijn veel resten van de Romeinse/Griekse cultuur, kerken)

Slide 15 - Slide

Het is goed dat Nederland bij de Europese Unie hoort?
Ja
Nee

Slide 16 - Poll

In alle EU - landen zouden dezelfde regels en wetten moeten gelden.
Bijv. in alle landen hebben kinderen evenveel vakantie.
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

Nederland moet uit de Europese Unie.
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Er moet één Europese president komen.
Ja
Nee

Slide 19 - Poll

Iedereen in Europa zou dezelfde taal moeten spreken.
Ja
Nee

Slide 20 - Poll

Alle landen in Europa moeten even rijk zijn.
Ja
Nee

Slide 21 - Poll

In welk land van Europese Unie zou je het liefste willen wonen?

Slide 22 - Open question

0

Slide 23 - Video

Planning komende weken
Week 25: SO begrippen of maken taakopdracht.
Week 26: bespreken par. 5.4
Week 27: donderdag 8 juli start toetsweek
             In de toetsweek PW hfst. 5

Slide 24 - Slide

Huiswerk
  • Maak voor week 26 de opdrachten van par. 5.2
  • Kijk ook naar de tip onder de vraag.
  • Verbeter de opdrachten als je bij controle ziet dat je antwoord niet goed is. 
  • Maak evt. extra opdrachten die je krijgt om de stof beter te begrijpen.
  • Het is voor jezelf fijn als je de tekst van par. 5.3 alvast een keer gelezen hebt voor de les van donderdag.

Slide 25 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open question