EVE Klas 1 Taalverzorging: Woordbenoemen deel 3

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Woordbenoemen
Je kunt aan het eind van de les de volgende werkwoorden benoemen in een zin:

- persoonsvorm
- infinitief
- voltooid deelwoord



Slide 2 - Slide

Wat zijn werkwoorden?

Slide 3 - Mind map

Wat is het werkwoord?
Wij fietsen nu al een uur
A
fietsen
B
wij
C
een uur
D
nu

Slide 4 - Quiz

Hoeveel werkwoorden?
Jan heeft de hond zijn eten gegeven
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

De vormen van het werkwoord
  • Persoonsvorm                                 (loop jij)
  • Infinitief/ heel werkwoord          (lopen)
  • Voltooid deelwoord                       (ik heb gelopen)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Ik ga met mijn vrienden naar de kermis. Zoek de persoonsvorm.
A
ik
B
ga
C
met mijn vrienden
D
naar de kermis

Slide 8 - Quiz

Ik wil graag een pizza bakken.
Zoek de persoonsvorm.
A
wil
B
een pizza
C
wil bakken
D
Ik

Slide 9 - Quiz

De man had bij Bruna een kraslot
gekocht.
Zoek de persoonsvorm.
A
had
B
De man
C
had gekocht
D
een kraslot

Slide 10 - Quiz

Infinitief
Dit is het HELE werkwoord

De jongen wil naar huis lopen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Noem voorbeelden van een voltooid deelwoord.

Slide 13 - Open question

Ik zou naar jouw feestje willen komen.
komen is
A
Persoonsvorm
B
Infinitief/heel werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 14 - Quiz

Ik ga morgen wandelen
wandelen is..
A
Persoonsvorm
B
Infinitief/heel werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 15 - Quiz

Damian heeft kaartjes voor de film gereserveerd.
gereserveerd is een:

A
Persoonsvorm
B
Infinitief/heel werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 16 - Quiz

We hebben bij dat reisbureau informatie gekregen.
hebben is......
A
Persoonsvorm
B
Infinitief/ heel werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 17 - Quiz

Heb jij een koe gemolken?
gemolken is
A
Persoonsvorm
B
Infinitief/heel werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 18 - Quiz

Ik ga vandaag zwemmen.
zwemmen is
A
Persoonsvorm
B
Infinitief/ heel werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 19 - Quiz

Aan het werk

Maak uit het boek "Tussen hoofdletter en punt" perron 3 opdracht 21, 23, 24, 25, 27, 28, 31


Klaar?

- Extra oefenen op jufmelis.nl

- Lezen in het leesboek



    timer
    10:00

    Slide 20 - Slide

    Noem de drie werkwoordsvormen

    Slide 21 - Open question

    Huiswerk


    Tussen hoofdletter en punt perron 3 
    opdracht 21, 23, 24, 25, 27, 28, 31

    Slide 22 - Slide