This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Word in klas 3
Opstarten
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen:
Outlookmelding instellen op telefoon.
Uitleg over het Word-boek.
Starten zelfstandig met een quiz van hoofdstuk 1. Om te bepalen hoe ver jullie zijn met H1.
Oefenen met Word a.d.h.v. resultaten van de quiz.
Doel van de les: Bepalen waar iedereen staat.
Slide 2 - Slide
Meldingen in Outlook:
Open de Outlook app op je telefoon.
Voeg je schoolaccount toe ("E-mailaccount toevoegen").
Ga naar Instellingen.
Ga naar Meldingen.
Zet de meldingen voor je schoolaccount aan.
Slide 3 - Slide
Het Word-boek
Ga naar blz. 11.
Lees in stilte: "Hoe werk je met dit boek".
Ik stel daarna vragen!
Slide 4 - Slide
En nu...
Inventarisatie! Wat weten jullie al?
Let op: het maakt bij deze quiz NIET uit als je iets fout hebt. Dan weet je namelijk juist waar je nog aan moet werken.
Aan het einde van de quiz krijg je een opdracht: ik leg het uit.
Slide 5 - Slide
Wat wordt hier aangewezen?
A
Snelle toegang
B
Titelbalk
C
Werkblad
D
Lint
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er als je hier klikt?
A
De pagina sluit af
B
De titelbalk sluit af
C
Het werkblad sluit af
D
Het lint sluit af
Slide 7 - Quiz
Hoe maak je een trema op de e (ë)
A
Ctrl Shift ' (loslaten) e
B
Ctrl ' (loslaten) e
C
Shft ' (loslaten) e
D
Ctrl Shift ' (loslaten) e
Slide 8 - Quiz
Hoe maak je een trema op de i (ï)
A
Ctrl Shift ' (loslaten) i
B
Shft ' (loslaten) i
C
Ctrl ' (loslaten) i
D
Ctrl Shift ' (loslaten) i
Slide 9 - Quiz
Hoe maak je een cedille onder de c (Curaçao)
A
Ctrl Shift ' (loslaten) c
B
Shft " (loslaten) c
C
Ctrl ' (loslaten) c
D
' (loslaten) c
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurt er als je Caps Lock indrukt?
A
Alle letters die je daarvoor getypt hebt, worden beveiligd
B
Alle letters die je daarvoor getypt hebt, worden GROOT
C
Alle letters die je daarna typt, worden GROOT
D
Alle letters die je daarna typt, worden beveiligd
Slide 11 - Quiz
Wat verschijnt er als je na het typen van het woord 'groot' twee keer op Backspace klikt en daarna een 'm' typt?
A
gro
B
grootm
C
grom
D
gromot
Slide 12 - Quiz
Wat verschijnt er als je de cursor neerzet voor het woord 'groot', dan twee keer op Delete klikt en daarna een 'm' typt?
A
moot
B
mgroot
C
grom
D
grmoot
Slide 13 - Quiz
Wat gebeurt er als je met je rechter muisknop op een verkeerd gespeld woord gaat staan?
A
Het woord wordt gecorrigeerd
B
Er verschijnt een lijst met suggesties
C
Er verschijnt een rood golflijntje onder het woord
D
Niets
Slide 14 - Quiz
Waar is in Word GEEN standaard autocorrectie voor?
A
B
het is goed wordt
Het is goed
C
Pachtig wordt
Prachtig
D
aa nde wordt
aan de
Slide 15 - Quiz
Hoe kun je een vast afbreekstreepje maken in Word?
A
Dat gaat automatisch als je - intypt
B
C
Dan moet je Enter intypen na een -
D
Dat kan niet
Slide 16 - Quiz
Wat gebeurt er automatisch in Word als je typt: Ik ben leerling. ik schrijf aa nde rectoor.
A
Ik ben leerling. Ik schrijf aa nde rectoor.
B
Ik ben leerling. ik schrijf aan de rectoor.
C
Ik ben leerling. Ik schrijf aan de rectoor.
D
Ik ben leerling. Ik schrijf aan de rector.
Slide 17 - Quiz
Deze zin is een voorbeeld zin. Dit is bedoeld als voorbeeld.
Hier begint een nieuwe alinea.
Zo selecteer je een enkel woord.
Zo selecteer je een hele zin.
Zo selecteer je een hele alinea.
Zo selecteer je een regel.
Kantlijn
Klik er twee keer op
Klik er drie keer op
Houd Ctrl ingedrukt en klik in erop
Klik in de kantlijn
Slide 18 - Drag question
Je kunt gekopieerde items op verschillende manieren plakken:
Opmaak van bron behouden
Alleen tekst behouden
Opmaak samen-voegen
Afbeelding
Slide 19 - Drag question
Hoe komt de gekopieerde selectie eruit te zien na plakken met Samenvoeging van opmaak?
Slide 20 - Drag question
Hoe is de instelling geweest bij onderstaand stukje tekst?
Slide 21 - Drag question
Klaar met de vragen!
Haal het invulblad dat je nu nodig hebt bij Karlot op en lees daarna de volgende slide.
Slide 22 - Slide
Klaar met de vragen!
Heb je het invulblad opgehaald?
Op het invulblad vul je eerst onder elkaar de nummers in van de vragen die je niet goed had óf die je hebt gegokt (wees eerlijk!). Zie je niet welke je fout had, vraag dan aan Karlot of zij het kan zien.
Zoek daarna het antwoord op die vragen op in H1 van het boek. Noteer de bladzijde waar je het antwoord hebt gevonden.
Laat in de laatste kolom zien dat je nu weet wat het antwoord is.
Klaar? Lever je blad in en blader rustig de rest van het boek door.
Slide 23 - Slide
Klassikaal: lastige vragen bespreken!
Samen kijken we welke vragen lastig waren. Deze bespreken we.