6.2 Halogeenverbindingen, Alkanolen, Alkaanzuren en Alkaanaminen

Scheikunde Koolstofchemie
karakteristieke groepen:
halogeenverbindingen, 
alkanolen, alkaanzuren en 
alkaanaminen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Scheikunde Koolstofchemie
karakteristieke groepen:
halogeenverbindingen, 
alkanolen, alkaanzuren en 
alkaanaminen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Karakteristieke groepen
karakteristieke groep is een atoom of zijgroep aan een koolwaterstof met een specifieke eigenschap

Halogenen als zijgroep:
Broom, Chloor, Jood, Fluor 
aan een C i.p.v. een H

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Halogeenverbinding
Halogeen zit in een koolwaterstof, op de plek van een ‘H’ atoom, naam: halogeen altijd als voorvoegsel

1. langste: 1 C dus methaan
2. geen c=c
3. er zit een Broom aan de C
4. naam = broommethaan

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Naam? (denk aan
di, tri en locatie!)
tip
  1. langste keten (meth, eth, prop, but, ...)
  2. hoeveel Cl (di, tri, ...)
  3. op welke C's zit een Cl (geef alle lokaties)

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Halogeenalkanen
2,2-dichloorpropaan
- en ,
komma tussen getallen, streepje tussen letter en getal

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet deze stof?
A
1-broomprop-3-een
B
prop-1-een-3-bromide
C
3-broomprop-1-een
D
3-broompropeen

Slide 7 - Quiz

dubbele binding krijgt laagste nummer (C1)
Wat is de juiste naam?
A
1,1,1-trifluor-2-chloor-ethaan
B
2-chloor-1,1,1-trifluor-ethaan
C
2,2,2-trifluor-1-chloor-ethaan
D
1-chloor-2,2,2-trifluor-ethaan

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Alkanolen
Alkanol = verbinding met een -OH groep als karakteristieke groep. Naam krijgt achtervoegsel -ol 
naam
2xC = ethaan, -OH groep noem je -ol (achtervoegsel) = ethanol

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet dit alcohol?
(denk aan de locatie)
A
butaan-ol
B
butol
C
butaan-2-ol
D
butaan-3-ol

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit alcohol?
(denk aan het aantal
èn de locatie(s) )
A
propaantriol
B
trihydroxypropanol
C
1,2,3-diolpropaan
D
propaan-1,2,3-triol

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Alkaanzuur
Een alkaanzuur heeft deze zijgroep: 

Het C-atoom van de zuurgroep telt mee bij de langste keten (stam): butaanzuur             CH3CH2CH2COOH
4           3            2            1
let op
De eindstandige C van de zuurgroep krijgt hier positie '1'
dus je telt vanaf de 'zure' C

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Alkaanzuur
Een alkaanzuur heeft deze zijgroep: 

Het C-atoom van de zuurgroep telt mee bij de langste keten (stam): ethaanzuur          CH3COOH
4           3            2            1
let op
De eindstandige C van de zuurgroep krijgt hier positie '1'
dus je telt vanaf de 'zure' C

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sleep de juiste naam bij de juiste structuur
methaanzuur
butaanzuur
ethaanzuur
hexaandizuur

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Alkaanamine
Alkaanamine = verbinding met een -NH2 groep als karakteristieke groep. Naam krijgt achtervoegsel -amine.

bijvoorbeeld 
          propaan-1-amine 

let op
de N van de amine telt niet mee bij de langste keten (stamnaam), want is geen C atoom!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet deze stof?

A
butaanamine
B
methaanamine
C
propaanamine
D
ethaanamine

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht: sleep de juiste naam bij de juiste structuur
butaan-1-amine
butaan-1-ol
butaanzuur

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Succes met de karakteristieke groepen!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions