Wat weet je van Duitsland?

Quiz:
Wat weet je van Duitsland?

In deze quiz word je getest op je kennis
 van de Duitse taal, politiek en cultuur. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Quiz:
Wat weet je van Duitsland?

In deze quiz word je getest op je kennis
 van de Duitse taal, politiek en cultuur. 

Slide 1 - Slide

Duitsland is niet ingedeeld in provincies, maar in deelstaten. Hoeveel deelstaten heeft Duitsland?
A
11
B
16
C
20

Slide 2 - Quiz

Wat is de bijnaam van oud-bondskanselier Angela Merkel?
A
Die Professorin
B
Die Eiserne Dame
C
Mutti

Slide 3 - Quiz

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10

Slide 4 - Quiz

Wat is de bijnaam van voetbalclub Bayern München?
A
FC Hollywood
B
FC Die Champions
C
FC Hollandia

Slide 5 - Quiz

Je krijgt nu vier open vragen.
Het zijn vier woorden, die in het Duits en het Nederlands hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben. Per goed antwoord krijg je een punt.

Slide 6 - Slide

Wat is de Nederlandse betekenis van:
schlimm?

Slide 7 - Open question

Wat is de Nederlandse betekenis van:
doof?

Slide 8 - Open question

Wat is de Nederlandse betekenis van:
nett?

Slide 9 - Open question

Wat is de Nederlandse betekenis van:
Bahn?

Slide 10 - Open question

Welk sportmerk is niet Duits?
A
Puma
B
Nike
C
Adidas

Slide 11 - Quiz

Hoe heette de munt van Duitsland voor de euro werd ingevoerd?
A
Reichskrone
B
Deutsche Mark
C
Reichsmark

Slide 12 - Quiz

Wat is de bijnaam van het Duitse voetbalelftal?
A
Die Bundeself
B
Die Deutschen Adler
C
Die Mannschaft

Slide 13 - Quiz

Welke volgorde hebben (van boven naar beneden) de kleuren van de Duitse vlag?
A
Zwart-rood-goud
B
Rood-goud-zwart
C
Goud-rood-zwart

Slide 14 - Quiz

Schattingsvraag: hoeveel inwoners heeft Duitsland?

Slide 15 - Open question

Blufvraag: Welke Duitse automerken ken je?
Het team met het hoogste bod mag het proberen.
Wer wagt es?

Slide 16 - Open question

Einde quiz
Wacht op de uitslag. Het winnende team mag zijn prijs bij mij ophalen.

Slide 17 - Slide