13 eenvoudige berekeningen bruto netto enkelv rente en dagrente

Wat gaan we deze les doen? 

Vaardigheden & Competenties 1
(bij Hoofdstuk 1 in de licentie)

-Netto jaarinkomen
- Rekenen: met tijd
-Rekenen: enkelvoudige rente en dagrente


1 / 38
next
Slide 1: Slide
Wft BasisMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen? 

Vaardigheden & Competenties 1
(bij Hoofdstuk 1 in de licentie)

-Netto jaarinkomen
- Rekenen: met tijd
-Rekenen: enkelvoudige rente en dagrente


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Netto jaarinkomen
Wat is dat?
Hoe bereken je het?

Een video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Bruto jaarinkomen -/- belasting = netto jaarinkomen

Kees heeft een bruto jaarinkomen van € 30.000,-.
Hij moet over dit inkomen belasting betalen.
Stel belastingtarief is over het hele inkomen is 42%.

1. Wat houdt Kees netto over van zijn inkomen?
2. Is dit een proportioneel tarief of een progressief tarief?

Slide 5 - Slide

Bruto jaarinkomen -/- belasting = netto jaarinkomen

Kees heeft een bruto jaarinkomen van € 30.000,-.
Hij moet over dit inkomen belasting betalen.
Stel belastingtarief is over het hele inkomen is 42%.
1. Wat houdt Kees netto over van zijn inkomen?
2. Is dit een proportioneel tarief of een progressief tarief?

Antwoord:
1. De belasting wordt als volgt berekend: 42/100 x € 30.000 = 0,42 x € 30.000,- = € 12.600,-.
Kees houdt netto over: € 30.000,- -/- € 12.600,- = € 17.400,-.

2. Proportioneel tarief


Let op! 
% dus delen door 100 in je berekening 

Slide 6 - Slide

Kees heeft een bruto jaar inkomen van € 39.000,-. Hij moet over dit inkomen belasting betalen. Stel het belastingtarief is over het hele inkomen is 42%.
Wat houdt Kees netto over van zijn inkomen?

Slide 7 - Open question

Bruto jaarinkomen -/- belasting = netto jaarinkomen

Kees heeft een bruto jaarinkomen van € 39.000,-.
Hij moet over dit inkomen belasting betalen.
Stel belastingtarief is over het hele inkomen is 42%.

1. Wat houdt Kees netto over van zijn inkomen?
Antwoord:
De belasting wordt als volgt berekend: 42/100 x €39.000 = 0,42 x € 39.000,- = € 16.380,-.
Kees houdt netto over: € 39.000,- -/- € 16.380,- = € 22.620,-.



Slide 8 - Slide

Wet op de Inkomstenbelasting 2001
 Vak Belastingrecht en verzekeringsrecht

Slide 9 - Slide

Rekenen met tijd

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Dagen en weken in een jaar

Een kalenderjaar bevat 365 of 366 dagen terwijl 52 weken slechts 364 kalenderdagen bevat.
Om deze reden is er om de circa 6 jaar een 53ste week.

Uitgangspunt = 52 weken (gangbaar)

Slide 12 - Slide

Vakantiegeld
--> standaard 8% van het jaarsalaris per jaar

Slide 13 - Slide

Overzicht inkomsten van Tom 2020:
elke maand € 1.860 salaris
in mei € 1.545 vakantiegeld
elk kwartaal € 175 kinderbijslag
elke week € 35 voor freelance werk

Bereken zijn gemiddelde maandinkomsten in 2020.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht 13 
Rekenen 
Maak “Rekenen met tijd”
 vraag 1 a tot en met d

Slide 17 - Slide

Rente
Het spaargeld dat klanten bij een bank onderbrengen, kan die bank investeren in winstgevende activiteiten.

Daarom logisch dat de klant een over het algemeen een vergoeding krijgt voor het sparen bij een bank:

rente = spaarrente = creditrente = interest

Slide 18 - Slide

Rente
Rente wordt meestal gegeven in een percentage per maand.

Dit betekent dat als je €100 op een spaarrekening zet tegen 3%, je aan het einde van het jaar € 3,0 rente van de bank ontvangt. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Martijn heeft een jaar lang een saldo van €2.000. Hij ontvangt jaarlijks 1,5% rente over zijn saldo.
Hij doet tussentijds geen stortingen op zijn spaarrekening.
1.. Hoe hoog is het saldo van Martijn op zijn spaarrekening als hij het bedrag 3 hele jaren laat staan en hij enkelvoudige rente op zijn spaargeld ontvangt en de rente jaarlijks naar een andere rekening wordt overgemaakt?
2. Hoe hoog is de rente die hij deze jaren heeft ontvangen?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Martijn heeft een jaar lang een saldo van €22.000. Hij ontvangt jaarlijks 0,8% rente over zijn saldo.
Hij doet tussentijds geen stortingen op zijn spaarrekening.
1. Hoe hoog is het saldo van Martijn op zijn spaarrekening als hij het bedrag 15 hele jaren laat staan en hij enkelvoudige rente op zijn spaargeld ontvangt en de rente jaarlijks naar een andere rekening wordt overgemaakt?
2. Hoe hoog is de rente die hij deze jaren heeft ontvangen?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Opdracht 12 Rekenen 
Maak “Enkelvoudige rente berekenen”:
vraag 1 a tot en met c

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Martijn heeft van 1 januari tot 1 augustus een gelijkblijvend saldo van €2.000.
Hij ontvangt jaarlijks 1,5% rente over zijn saldo.
Op 1 augustus neemt hij zijn saldo inclusief rente op (hij heft de rekening op).
Deze bank werkt met 360 dagen.
Welk bedrag krijgt Martijn uitbetaald?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Martijn heeft van 1 januari tot 1 februari een gelijkblijvend saldo van €2.000.
Hij ontvangt jaarlijks 1,5% rente over zijn saldo.
Op 1 februari neemt hij zijn saldo inclusief rente op (hij heft de rekening op).
Deze bank werkt met 360 dagen.
Welk bedrag krijgt Martijn uitbetaald?
timer
3:00

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Zelf aan de slag 

Slim Leren met oefenvragen Wft Basis hoofdstuk 1

Slide 37 - Slide

Vragen?

Slide 38 - Slide