NB Honderdplussers

NB Honderdplussers
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

NB Honderdplussers

Slide 1 - Slide

Welk onderwerp willen jullie in
de volgende les behandelen?
traditie van kerstbomen
gebruik van brailleschrift door blinden

Slide 2 - Poll

Nieuwsbegrip      Steeds meer honderdplussers
- Kijk naar de betreffende aflevering van het Jeugdjournaal.
   Noteer de woorden die onbekend zijn voor jou,
- De docent deelt de tekst, niveau C, uit. Lees de tekst.
    Onderstreep de woorden die onbekend zijn voor jou.
- Je gaat werken aan woordenschatverwerving via LessonUp.
    De docent deelt de wdl uit. Vul de woordenlijst in.
- Zijn er nog woorden over waarvan je de betekenis niet begrijpt?
- Wat ga je doen met deze tekst en de nieuwe woorden?

Slide 3 - Slide

de honderdplusser
de statistiek
de generatie
het merendeel
mensen die binnen dezelfde 20 jaar geboren zijn
de meeste (mensen of dingen)
de persoon die ouder is dan een eeuw
verzameling gegevens die geteld zijn

Slide 4 - Drag question

enorm
vooral
zelfs
echter
opmerkelijk
heel veel, heel groot
het is bijzonder dat ...
maar
de meeste, juist die ...
opvallend, bijzonder

Slide 5 - Drag question

toenemen
sterven
verbeteren
voorspellen
uitrollen
aantonen
het resultaat komt uit de computer
bedenken wat er gaat gebeuren
overlijden
bewijzen
sterker maken
meer worden

Slide 6 - Drag question

gestaag
aanzienlijk
allerminst
bevorderlijk
in mindere mate
niet zo sterk
groot, veel
met positief effect
zeker niet
telkens een beetje

Slide 7 - Drag question

ruim twee keer zoveel
waarvan 80
tientallen jaren
rond 1900
slechts 30%
twintig, dertig of meer
dit aantal van wat eerder in de tekst staat
meer dan het dubbele
dat is niet veel
tussen 1890 en 1910

Slide 8 - Drag question

naar verhouding
relatief weinig
ten opzichte van
over het algemeen
het directe verband tussen
minder dan verwacht
in de meeste gevallen
als je getallen met elkaar vergelijkt en aanpast
hoe het met elkaar te maken heeft
als je weet hoe de andere situatie is

Slide 9 - Drag question

gevolgd door
vergeleken met
gebaseerd op
afgehangen van
te danken gehad aan
een bepaald resultaat gekregen door
berusten op
de verschillen zoeken
het had te maken met
daarna is gekomen

Slide 10 - Drag question

de lijst aanvoeren
de best scorende
is nog altijd
de hoogste zijn
er is geen andere
met de meeste punten

Slide 11 - Drag question

de levensstijl
de levensverwachting
de erfelijke factoren
het voedingspatroon
wat is een normale leeftijd om dood te gaan
de eigenschappen die je van je ouders krijgt
de manier van voeden, bewegen, rusten
de gewoontes van eten en drinken

Slide 12 - Drag question

de pasgeborene
de kindersterfte
de bloedwaarde
het overgewicht
te veel kilogrammen voor een bepaalde lengte
hoeveel kinderen onder de 5 jaar overlijden
de zuigeling < 1 maand
de hoeveelheid van een bepaalde stof

Slide 13 - Drag question

waaronder
mede daarom
met name door
onder meer
een aantal van de groep die in de tekst staat
speciaal die
deze en andere
ook door die reden

Slide 14 - Drag question

de middeleeuwen
de oorzaak
het toeval
de naasten
hoe komt het
de mensen die (emotioneel) het belangrijkst zijn
periode 500 - 1500
je kon dit niet voorspellen

Slide 15 - Drag question

trouwens
realistisch
mediterraan
zogenaamd
kloppend met de werkelijkheid
zoals in het gebied rond de Middellandse zee
met die titel
het is ook nog zo dat

Slide 16 - Drag question

de afname
de stijging
de welvaart
de factor
de toename
hebben mensen genoeg om goed te leven
het aspect, de deel-oorzaak
de daling

Slide 17 - Drag question

de peulvruchten
rood vlees
de zuivel
het dieet
van een rund
melk(producten)
wat je gewoonlijk eet en drinkt
erwten en bonen

Slide 18 - Drag question

Nieuwsbegrip      Steeds meer honderdplussers
- Kijk naar de betreffende aflevering van het Jeugdjournaal.
   Noteer de woorden die onbekend zijn voor jou,
- De docent deelt de tekst, niveau C, uit. Lees de tekst.
    Onderstreep de woorden die onbekend zijn voor jou.
- Je gaat werken aan woordenschatverwerving via LessonUp.
    De docent deelt de wdl uit. Vul de woordenlijst in.
- Zijn er nog woorden over waarvan je de betekenis niet begrijpt?
- Wat ga je doen met deze tekst en de nieuwe woorden?

Slide 19 - Slide

Nieuwsbegrip      Steeds meer honderdplussers
focus op werkwoorden

Je krijgt een gatentekst. In elk gat moet je een werkwoord invullen.

Slide 20 - Slide