Periode 2 Week 6 Les 3
1 / 34
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Glühwein wird warm getrunken.
A
richtig
B
falsch
Slide 12 - Quiz
Auf den Weihnachtsmarkt gibt es 'Maronen' (= gepofte kastanjes)
A
richtig
B
falsch
Slide 13 - Quiz
Während Weihnachten haben die Weihnachtsmärkte noch geöffnet.
A
richtig
B
falsch
Slide 14 - Quiz
Kinder in Deutschland bekommen am 25. Dezember ihre Geschenke.
A
richtig
B
falsch
Slide 15 - Quiz
In Deutschland gibt es einen 2. Weihnachtstag.
A
richtig
B
falsch
Slide 16 - Quiz
Was ist eine Weihnachtskugel?
A
een gebakje
B
een kerstbal
C
een sneeuwbal
D
een kerstkrans
Slide 17 - Quiz
Hoe noemen ze de avond 24 december in Duitsland?
A
Heiligabend
B
Weihnachtsabend
C
Feierabend
D
Nikolaustag
Slide 18 - Quiz
Hoeveel raampjes heeft een adventskalender?
A
12
B
20
C
24
D
30
Slide 19 - Quiz
Hoe zeg je 'sneeuwen' in het Duits?
A
schreien
B
schneien
C
schneeen
D
Schneemann
Slide 20 - Quiz
De 'Adventszeit' is een periode voor kerstmis in Duitsland. Iedere zondag wordt er een kaarsje aangestoken. Hoeveel Adventskaarsen worden er voor kerst aangestoken?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quiz
Wat is geen naam van een begeleider van 'Nikolaus' (= sinterklaas) in Duitsland?
A
Rudolph
B
Beezlebub
C
Knecht Ruprecht
D
Rasselbock
Slide 22 - Quiz
Op 4 december is het Barbaratag. Op deze dag haalt men een 'Barbarazweig' in de woning. Deze tak bloeit met kerst. Wat voor tak is het?
A
Weihnatssternzweig
(= kerstster)
B
Johannisbeerzweig
(= aalbes)
C
Brombeerzweig
(= bramen)
D
Kirschzweig
(= kersen)
Slide 23 - Quiz
Uit welk land komt het liedje 'Stille Nacht'?
A
Deutschland
B
Österreich
C
England
D
die USA
