Dat zou je wel zeggen, maar er is meer! Je kunt van alles zeggen over lijn.
Hier wat begrippen die bij LIJN horen en die je moet kennen:
lijnsoort
lijndikte
lijnvoering
arcering
contourlijn
lijnwerking
lineair
Slide 2 - Slide
LIJNSOORT
Een lijn kan op verschillende manieren getekend zijn:
recht - gebogen
onderbroken - doorlopend
kronkelend - vloeiend
slingerend - golvend
enz.
Slide 3 - Slide
LIJNDIKTE
Lijndikte kan variëren van heel dun tot heel dik.
De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.
Slide 4 - Slide
LIJNVOERING
Lijnvoering zegt iets over de druk die je gebruikt bij het tekenen van de lijnen:
- voorzichtig, zoekend en onzeker
- duidelijk en stevig
- saai en eentonig
- met allerlei overgangen van dun naar
dik en weer terug
Slide 5 - Slide
ARCERING
Bij arcering wordt met lijntjes een vlak gevuld.
Je kunt de lijntjes evenwijdig naast elkaar zetten of laten kruisen.
Je kunt ze dicht naast elkaar zetten (wat een donkerder effect heeft) of meer ruimte ertussen laten (wat een lichter effect heeft).
En je kunt variëren in dikke en dunne lijnen en hier heel mooi schaduwen en diepte mee aanbrengen in een tekening.
Slide 6 - Slide
CONTOURLIJN
De omtreklijn van een vorm of voorwerp. De contour benadrukt de vorm.
Slide 7 - Slide
LIJNRICHTING
De richting waarin lijnen in een kunstwerk lopen hebben invloed op de de uitstraling van het werk.
Staan alle lijnen verticaal of horizontaal of lopen ze chaotisch door elkaar heen ?
De herhaling van lijnen versterkt een bepaalde richting
Slide 8 - Slide
LIJNWERKING
Door het gebruik van lijnen kunnen bepaalde effecten worden bereikt:
Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
Er kan beweging worden gesuggereerd.
Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.