Les 04 Domein 1 Decimalen

Wat gaan we doen vandaag?

Decimalen!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?

Decimalen!

Slide 1 - Slide

Decimalen = 
getal achter de komma

Slide 2 - Slide

Doel :
Je kunt decimale getallen vergelijken.
Je kunt de symbolen hiervoor gebruiken.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

tienden; wat weet je nog?
      hoeveel is het waard?

Slide 5 - Slide

gedeeld door tien
tien
eenheden /een
tienden
honderdsten

Slide 6 - Slide

Hoe heet dit getal? 0,2

Slide 7 - Open question

Hoe heet dit getal? 0,01

Slide 8 - Open question

Hoe heet dit getal: 1,12

Slide 9 - Open question

Hoeveel getallen heeft 11,9 achter de komma?

Slide 10 - Open question

Hoe spreek je het getal uit?

Slide 11 - Open question

Hoeveel getallen heeft 33,7 achter de komma?

Slide 12 - Open question

Hoe spreek je het getal uit?

Slide 13 - Open question

Hoeveel getallen heeft 19,9 achter de komma?

Slide 14 - Open question

Hoe spreek je het getal uit?

Slide 15 - Open question

Hoeveel getallen achter de komma? 0,11

Slide 16 - Open question

Hoe spreek je het getal uit?

Slide 17 - Open question

nog een keer: uitspraak + hoeveel decimalen
bespreek samen

Slide 18 - Slide

22,222 hoeveel is de 2 waard?
A
2 honderdsten
B
2 tienden
C
2
D
twee duizendsten

Slide 19 - Quiz

22,222 hoeveel is de 2 waard?
A
2 honderdsten
B
2 tienden
C
2
D
twee duizendsten

Slide 20 - Quiz

22,222 hoeveel is de 2 waard?
A
2 honderdsten
B
2 tienden
C
2
D
twee duizendsten

Slide 21 - Quiz

22,2 - hoe heet het getal

Slide 22 - Open question

22,22 hoe heet het getal

Slide 23 - Open question

22,022 hoe heet het getal?

Slide 24 - Open question

0,6 / 0,9 / 0,4 enz
0,45/ 0,55/ 0,65 enz

Slide 25 - Slide

doel :
Je kunt decimale getallen vergelijken.
Je kunt de symbolen hiervoor gebruiken.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

hoe kijk je?
Je kijkt eerst naar de cijfers die het meest waard zijn:
de eenheden
Dan kijk je naar
  de tienden
En als laatste naar 
de honderdsten

Slide 28 - Slide

vergelijken; hoe dan?
Welk getal is meer waard? 
  9,88
   8,98
9,9
   9,89
8,9
  9,09

Slide 29 - Slide

0,5 en 0,8 : welk getal is meer waard
A
0,5
B
0,8

Slide 30 - Quiz

welk getal is meer waard? 0,22 of 2,2
A
0,22
B
2,2

Slide 31 - Quiz

welk getal is kleiner? 5,005 of 5,050
A
5,005
B
5,050

Slide 32 - Quiz

welk getal is kleiner? 0,25 of 0,15
A
0,15
B
0,25

Slide 33 - Quiz

deze ken je nog?

Slide 34 - Slide

nodig; pen en papier

Slide 35 - Slide

Schrijf goed op en gebruik de symbolen:
Bekijk dan samen met je buurman/vrouw.
0,5 ...........0,8
0,25.............0,15
2,70...........2,68
0,6...............0,5
1,2..............1,28
0,48.................0,480
2,345.............2,34

Slide 36 - Slide

Kijk of jouw antwoorden goed zijn:
0,5 ◀️ (minder dan) 0,8
0,25     ▶️      (meer dan) 0,15
2,70▶️ (meer dan) 2,68
0,6  ▶️ (meer dan) 0,5
1,2 ◀️( minder dan) 1,28
0,48 = (gelijk aan) 0,480
2,345▶️ (meer dan) 2,34

Slide 37 - Slide

Doel gehaald? :
Je kunt decimale getallen vergelijken.
Je kunt de symbolen hiervoor gebruiken.

Slide 38 - Slide

(huis)werk;
Boek klaar tm opdracht 10 blz 129.
Je kunt ook alvast lezen over het afronden van decimale getallen op de blz  129/130: AFRONDEN
(SCHATTEN komt daarna)

Slide 39 - Slide