2022-06-13 DP4 L3KD3-KT1
1 / 25
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat betekent de afkorting RGB?
A
Rood Geel Bruin
B
Rood Geel Blauw
C
Rood Groen Blauw
D
Rood Groen Bruin
Slide 5 - Quiz
Wat wordt bedoeld met een kader?
A
Een vak
B
De rand van de afbeelding of vorm
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Welke afbeelding is gecentreerd?
A
Katten
B
Vlinder
C
Uil
Slide 8 - Quiz
A3 is twee keer zo groot als…
A
A2
B
A6
C
A4
D
A0
Slide 9 - Quiz
Een poster is altijd…
A
Staand
B
Liggend
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Wat is transparantie?
A
Zweet
B
Wit
C
Doorzichtigheid
D
Geen kleur
Slide 12 - Quiz
Wat zijn andere woorden voor ‘rand’?
A
Omtrek, contour, kader, lijn
B
Omtrek, schaduw, contour, kader
C
Omtrek, vulling, schaduw, lijn
Slide 13 - Quiz
Welk formaat is een flyer vaak?
A
A1/A2
B
A3/A4
C
A5/A6
D
A7/A8
Slide 14 - Quiz
Waarvoor is een flyer bedoeld?
A
Om op te hangen
B
Om op een website te plaatsen
C
Om op te sturen
D
Om uit te delen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Waar klik je op als je naar een andere pagina of naar een ander document wilt?
A
Rechtermuisknop
B
Hyperlink
C
Linkermuisknop
D
Het kruisje
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Hoe noem je dit?
A
Fade in
B
Vervagen
C
Fade out
D
Kleurverloop
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Welke letter is gecentreerd?
A
A
B
B
C
C
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Deze tekst is verdeeld in...
A
Vakken
B
Staven
C
Kolommen
D
Tekst
