grenzen en identiteit

grenzen en identiteit
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

grenzen en identiteit

Slide 1 - Slide

Tot hoe ver uit de kust mag een EU-land, dat grenst aan zee, maximaal natuurlijke hulpbronnen winnen?


A
Tot 10 zeemij
B
Tot 50 zeemijl
C
Tot 130 zeemijl
D
Tot 200 zeemijl

Slide 2 - Quiz

Is de volgende stelling juist of onjuist?

Een Europees volkslied kan niet zorgen voor het ontstaan van een Europese identiteit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Is de volgende stelling juist of onjuist?
De euro als gemeenschappelijke munt is belangrijk voor de ontwikkeling van een Europese identiteit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Bij de brexit spelen gevoelens over de bedreiging van identiteit een rol.
Welk begrip past hier het beste bij?

A
Lokalisme
B
Nationalisme
C
Regionalisme
D
Separatisme

Slide 5 - Quiz

Identiteit

Slide 6 - Mind map

Welk voorbeeld hoort bij de afspraken die in het Verdrag van Schengen zijn gemaakt?
A
Als je van Nederland naar Noorwegen reist, kun je overal met de euro betalen.
B
In het Verenigd Koninkrijk betaal je met Britse ponden, omdat dit geen Schengenland is.
C
Polen werken altijd illegaal in Nederland, omdat Polen geen Schengenland is.
D
Zwitserland is geen EU-land, toch kun je zonder pascontrole de grens passeren.

Slide 7 - Quiz

Nilab is als vluchteling uit Eritrea (Afrika) naar Nederland gekomen. Welke uitspraak is juist?
A
Door het Verdrag van Schengen kon NIlab nadat ze Italië binnen was gekomen, makkelijk dooreizen naar Nederland.
B
Als vluchteling krijg je meteen de Nederlandse nationaliteit. Nilab mag meedoen aan de verkiezingen
C
Omdat ze christen is, heeft Nilab dezelfde identiteit als haar Nederlandse buren.
D
Door de Randstedelijke mentaliteit voelde Nilab zich niet buitengesloten toen ze in het westen van Nederland ging wonen.

Slide 8 - Quiz

Nederland maakt afspraken over het gebruik van de spoorlijn Luik-Maastricht-Aken met België. Welke uitspraak past het beste bij deze afspraken?
A
Deze spoorlijn wordt de IJzeren Rijn genoemd. Omdat het door Belgische enclaves loopt zijn er geen problemen over het traject.
B
De spoorlijn loopt door drie Belgische gewesten en taalgemeenschappen. Het overleg verloopt daardoor moeizaam.
C
De spoorlijn passeert de taalgrens en de Grensmaas. De gemeenten werken samen in de Euregio over het gebruik van deze spoorlijn.
D
Er komen problemen omdat de spoorlijn de rivier de Maas moet passeren. Dat is een harde, natuurlijke grens met België.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent de afkorting ngo?
A
Noordpool Gemeenschappelijk Organisatie, bijvoorbeeld de Poolraad
B
Niet-gemeenschappelijke organisatie, bijvoorbeeld het Arctic Council
C
Niet-gouvernementele organisatie, bijvoorbeeld Greenpeace
D
Nieuwe gouvernementele organisatie, bijvoorbeeld het Earth Charter

Slide 10 - Quiz