Nectar A5, H13 = Zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

A5 - H13 - Zenuwstelsel

Druk is een                                    voor je huid

Je huid geeft onder invloed van druk                           af,

die via het                                     naar de hersenen gaan 

Ruggenmerg

Prikkel

Impulsen

Het gaat straks over het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. Beantwoordt een of beide vragen, als dat lukt...
Wat betekent: centraal?
Wat betekent: perifeer?

Uitleg paragraaf 13.1

Een klasgenoot roept je naam. In welk deel van je hersenen neem je dat waar?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. In het oor
4. Hersenstam

Zet in de juiste volgorde, bij een reflex (het wegtrekken van je hand uit een vlam)

Armspier

Bewegingszenuw

Gevoelszenuw

Ruggenmerg

Zintuig

Iemand raakt met een arm een heet voorwerp aan en schreeuwt: "Au!".
Via welke typen neuronen zijn dan impulsen geleid?

1. alleen via sensorische en via motorische neuronen
2. alleen via motorische neuronen
3. via sensorisch, via motorische en via schakelneuronen
4. alleen via sensorische neuronen

Een proefpersoon bevindt zich in een zonnige tuin. Hij loopt naar binnen en komt in een donkere kamer. Door de verandering van de belichting verwijden de pupillen van de ogen van deze proefpersoon zich in een reflex.
Welk gedeelte van het centrale zenuwstelsel maakt deel uit van deze reflexboog?

1. Grote hersenen
2. Ruggenmerg
3. Netvlies
4. Hersenstam

Uitleg §13.2 in powerpoint

via Teams dus

Een axon is langer dan een dendriet

1. Ja, dat is altijd zo
2. In ieder geval bij een sensorisch neuron
3. In ieder geval bij een motorisch neuron
4. Dat is nooit het geval

Iemand raakt met de vingers van zijn rechterhand een heet voorwerp aan. Reflexmatig trekt hij zijn rechterhand terug. Vrijwel tegelijkertijd strekt hij eveneens reflexmatig zijn linkerarm.

In de afbeelding is schematisch een aantal zenuwverbindingen tussen het ruggenmerg en de rechter- en linkerarm getekend. Deze zenuwverbindingen zijn bij de beschreven reflexen betrokken.

Welke typen neuronen zijn geheel of gedeeltelijk in de afbeelding getekend?

1. alleen motorische en sensorische neuronen
2. motorische neuronen, schakelneuronen en sensorische neuronen
3. alleen motorische neuronen
4. alleen sensorische neuronen

In de afbeelding is schematisch een aantal zenuwverbindingen tussen het ruggenmerg en de rechter- en linkerarm getekend. Deze zenuwverbindingen zijn bij de beschreven reflexen betrokken.

Bij welke synaps wordt een stimulerende neurotransmitter afgegeven, zodat de rechter arm zal buigen?

1. Synaps 1
2. Synaps 2
3. Synaps 3
4. Synaps 4

Deze afbeelding hoort bij volgende dia = vraag

Zie vorige afbeelding.
Bij een kniepeesreflex lopen impulsen via een aantal van de volgende delen
1. grijze stof van ruggenmerg. 2. motorische axon
3. motorisch eindplaatje. 4. cellichaam sensorische zenuwcel. 5. spierspoeltje

Zet de 5 getallen in de juiste volgorde van de reflex.

(De reflex begint bij nummer 5, het spierspoeltje!)

Uitleg §13.3 in powerpoint

via Teams dus

Een sensorisch neuron geeft impulsen omdat een zintuig een prikkel waarneemt. De prikkel wordt nu sterker (bv het geluid wordt harder). Wat gebeurt er met de impulsen die het neuron door geeft?

1. De impulssterkte wordt hoger
2. De impuls gaat sneller door de neuron heen
3. De impulsfrequentie wordt hoger
4. Die gaan protesteren tegen het coronabeleid

Beschrijf wat in je zenuwstelsel gebeurt vanaf het lezen van deze tekst tot en met de bewustwording van de opdracht.

Uitleg §13.4 in powerpoint

via Teams dus

Hoe zorgt botox ervoor dat rimpels verdwijnen/minder duidelijk zijn?

Hoe bepalen de neuronen welke neurotransmitter er moet worden afgegeven, dus wanneer exciterend en wanneer inhiberend?

Acetylcholine wordt in de synapsspleet afgebroken door het enzym choline-esterase. De werking van acetylcholine kan o.a. op de volgende manieren beïnvloed worden.
1.Door een stof X die er voor zorgt dat choline-esterase niet meer werkt.
2.Door een stof Y die de plaats van acetylcholine op het membraan van zenuwcel inneemt. Stof Y is verder onwerkzaam.
Welke gevolgen heeft de stof X op de werking van skeletspieren? En stof Y?

1. Beide stoffen laten de spieren verslappen.
2. Stof X laat de spieren samentrekken en stof Y laat de spieren verslappen.
3. Beide stoffen laten de spieren samentrekken.
4. Stof X laat de spieren verslappen en stof Y laat de spieren samentrekken.

Vraag uit presentatie over curare
(kijken of jullie wakker zijn)

1. E
2. C
3. A
4. D

Uitleg §13.5 in powerpoint

via Teams dus