Les 3a

Les 3a AA1A 
27 september
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 3a AA1A 
27 september

Slide 1 - Slide

Noem alle woorden die
je weet van de vorige les

Slide 2 - Mind map

Wat is voorraadbeheer?

Slide 3 - Open question

LESDOEL
aan het einde van de les weet je methodes van voorraadbeheer (lifo, fifo en JIT)

Slide 4 - Slide

Methodes van voorraadbeheer
JIT: just in time (toyota: precies op tijd leveren)
FIFO: first in, first out (appie/bederf)
LIFO: last in, first out (bakstenen, zand - als producten niet in waarde dalen)

Slide 5 - Slide

Een boot voor de koning, op maat gemaakt, is dat een voorbeeld van
A
first in, first out
B
just in time
C
last in, first out
D
geen van allen

Slide 6 - Quiz

Hoe werkt het voorraadbeheer van brood?
A
First in, First out
B
Last in, first out
C
geen van allen
D
Just in Time

Slide 7 - Quiz

Hoe werkt het voorraadbeheer van stoeptegels?
A
Just in Time
B
Last in, first out
C
First in , first out
D
geen van allen

Slide 8 - Quiz

Opdracht (30 minuten)
 Zelf toepassen van het Proces: verzin een product en schrijf het hele proces uit van voorraadbeheer. 
tip: kijk naar de volgende blz van deze lesson up

Slide 9 - Slide

Voorraadproces
1. het ontvangen van goederen, 
2.het registreren van goederen, 
3.het opslaan van goederen, 
4.het uitleveren van goederen en 
5.het inventariseren van voorraad. 
In al deze stappen is het vastleggen en bijhouden van een goed productbestand van belang

Slide 10 - Slide

Warehousing
Warehousing is het aanbieden van magazijnruimte, waarin goederen tijdelijk worden opgeslagen.
Warehousing kan samengaan met extra dienstverlening. Naast de opslag worden bijvoorbeeld diensten als het factureren en schade-afhandelingen aangeboden.

Slide 11 - Slide

Magazijn
Een magazijn is een verzamelnaam voor alle soorten ruimtes waar goederen opgeslagen worden. Een magazijn kan verschillende functies hebben. Heb je te maken met een groothandel, dan worden ook goederen ingekocht en verkocht. Heb je te maken met een distributiecentrum, dan wordt de inkoop gedaan door het hoofdkantoor. 

Een distributiecentrum is het magazijn van bijvoorbeeld een winkelketen zoals Albert Heijn, Intertoys of Jumbo. Het hoofdkantoor koopt dan de goederen in en het distributiecentrum zorgt voor de verspreiding naar de winkels. 

Slide 12 - Slide

groothandel 
distributiecentrum
inkoop van goederen
verkoop van goederen
bewerken of verwerken van goederen
beheren van goederen
Magazijn
Zet een kruisje in de tabel, bij wat van toepassing is (wie doet wat)

Slide 13 - Slide

groothandel 
distributiecentrum
inkoop van goederen
x
verkoop van goederen
x
bewerken of verwerken van goederen
x
x
beheren van goederen
x
x
Magazijn
Zet een kruisje in de tabel, bij wat van toepassing is

Slide 14 - Slide

Wat is een pakbon?
een pakbon is een bij een verzonden pakket gevoegde omschrijving van de inhoud. Hij wordt toegevoegd door de leverancier. Bevat informatie over de in het doosje aanwezige producten of materialen en informatie over de afzender.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht van vorige week
Stichting praktijkleren: kantoorvoorraad

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Opdracht: 
Je kunt de volgende tussenpersonen tegenkomen:

Expediteur
Douane-expediteur
Cargadoor
Stuwadoor
Vervoerder (transporteur)
Logistiek dienstverlener
Service merchandise

Slide 19 - Slide

1. Een expediteur organiseert het verzenden van goederen. Dit is meer dan alleen het vervoer van goederen van de ene naar de andere plaats. Naast het vervoer zorgt een expediteur voor de afhandeling van administratieve formaliteiten.
2. Een douane-expediteur is een expediteur die gespecialiseerd is in het administratieve proces van de douaneaangifte. Hij is aansprakelijk voor de betalingsverplichtingen aan de douane.
3.De cargadoor is tussenpersoon tussen verlader en ontvanger, en rederij (eigenaar schip). Een cargadoor heet een scheepsmakelaar.
De cargadoor zorgt onder andere voor de ligplaats in de haven, hulp bij de douane, het regelen van het laden en lossen van (zee)schepen en het laten verrichten van logistieke activiteiten.
4. De stuwadoor zorgt voor het laden en lossen van (zee)schepen en is soms verantwoordelijk voor de opslag van goederen.
5. De vervoerder is verantwoordelijk voor het vervoer van de producten van de ene naar de andere locatie. Een ander woord dat je vaak tegenkomt is transporteur.
Dit is een ander woord voor vervoerder.

Slide 20 - Slide

5. Omdat bedrijven zich steeds meer willen focussen op hun kernactiviteiten, besteden ze zoveel mogelijk andere taken uit aan gespecialiseerde dienstverleners: het beheer van de software, het onderhoud van apparatuur enzovoort. Ook opslag en logistieke activiteiten worden daarom steeds vaker uitbesteed aan logistieke dienstverleners.
6. Bij service merchandising vertrouwt de ondernemer een deel van het assortiment toe aan een ‘service merchandiser’. Deze beheert de voorraad en verzorgt de ruimte en presentatie in de winkel waar de artikelen staan. In de logistiek worden dan bijvoorbeeld al actieproducten samengesteld voor winkels en bouwmarkten.
Een voorbeeld van service merchandising in de logistiek is het samenvoegen van verschillende benodigdheden in één pakket. Bijvoorbeeld een pakket met een wastafelcombinatie met daarin een wastafel, kraan, montage en afvoerbenodigdheden.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link