Lezen, luisteren, spreken en gesprekken voeren 3F

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag:

  • Korte terugblik 2020 en schrijfexamens Nederlands
  • Kennisquiz Centraal Examen lezen en luisteren
  • Oefenen.facet.onl
  • Uitleg mondeling examen: Spreken en gesprekken voeren
  • Huiswerk 
  • Vragen

Slide 2 - Slide

Kennisquiz Lezen en Luisteren

Slide 3 - Slide

Eerst ga je een tekst verkennend lezen, wat lees je dan?
A
Titel, eerste zin en laatste zin
B
Titel, eerste zinnen, tussenkopjes, bron, laatste zin(nen)
C
Inleiding en eerste zin(nen) van elke alinea
D
Titel, tussenkopjes, eerste zinnen en laatste zin(nen)

Slide 4 - Quiz

Als je een tekst globaal leest, wat kom je dan te weten?
A
Onderwerp
B
Tekstdoel en tekstsoort
C
Waar de tekst ongeveer over gaat
D
Inhoud van elke alinea en bron

Slide 5 - Quiz

Wat zijn signaalwoorden en tekstverbanden?
A
Woorden die een verband aangeven tussen de verschillende zinnen en alinea's.
B
maar, omdat, ik vind, over, mijn mening is..
C
Ze staan in de eerste zinnen van een alinea om de verbanden aan te geven tussen de alinea's
D
Woorden om de relatie duidelijk te maken tussen tussen personen

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de verschillende tekstdoelen?
A
Informeren, instrueren, overhalen, adviseren
B
aspecten, vraag- antwoord, verleden-heden-toekomst, probleem-oplossing, voor-nadelen, argumentatie
C
Informatief, instinctief, overtuigen, overhalen
D
Informeren, instueren, overtuigen, overhalen

Slide 7 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte?
A
Korts mogelijke samenvatting van een tekst
B
Inleiding van de tekst
C
Herhaling van de tekst in het slot
D
Eerste zinnen van de alinea's

Slide 8 - Quiz

Aan welke signaalwoorden kan je herkennen dat het om het verband doel - middel gaat?
A
doordat, daardoor, als gevolg van..., het komt door, waardoor
B
daarom, omdat, want, namelijk, dat blijkt uit
C
opdat, zodat, daardoor, met behulp van, d.m.v.,om...te
D
dus, concluderend, kortom, hieruit volgt

Slide 9 - Quiz

Wat weet je al over deelonderwerpen?

Slide 10 - Mind map

Deelonderwerpen
Paragraaf 2.2. Blz. 39 --> Boek A, Nu Nederlands 3F
  1. LEES de titel, om het hoofdonderwerp vast te stellen
  2. Bekijk de lay out:
  3. Plaatjes, tussenkopjes, witregels
  4. Eerste en laatste zin van een alinea lezen waar nieuwe deelonderwerp begint

Slide 11 - Slide

Wat zijn de functies van een slotalinea?
A
Samenvatting of een conclusie
B
Samenvatting of een mening
C
Samenvatting of een conclusie of een advies/mening
D
Samenvatting of een advies of een mening

Slide 12 - Quiz

Oefenen.facet.onl
Maak een oefenexamen op de site: Oefenen.facet.onl
MBO - Examens
Nederlandse taal
3F (NIET de DOS - variant!)
Stuur je uitkomst naar mij op!

Slide 13 - Slide

Mondeling:
Via teams online:
- 2 weken voorafgaand aan het examen ontvang je het examenboekje
- maak de examenopdracht volgens examenboekje en plan met mij een oefenmoment in.

Slide 14 - Slide

HUISWERK!
Aan de slag!

Slide 15 - Slide