Identiteit van een Europees land

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom!

Aardrijkskunde

Periode 4

T3

DE VORIGE KEER

De identiteit van Nederland

Nationaal

Regionaal

Lokaal

Wat is een onderdeel van de nationale identiteit van Nederland?

1. Zeeuwse bolussen & Hunebedden
2. Het straatfeest & de skatebaan
3. Fietsen, Sinterklaas & Koningsdag

Wat is onderdeel van de regionale identiteit?

1. Fietsen, Sinterklaas & Koningsdag
2. Het straatfeest & de skatebaan
3. Zeeuwse bolussen & de Hunebedden

Wat is onderdeel van de lokale identiteit?

1. Zeeuwse bolussen & de Hunebedden
2. Fietsen, Sinterklaas & Koningsdag
3. Het straatfeest & de skatebaan

https:

De hele Padlet bekijken nu die ook is aangevuld door de ander klas

LEERDOELEN DEZE LES

• Je kent factoren waaraan ze een land kunnen typeren.*
• Je weet hoe je Nederland en België kunt typeren. 
  
• Je begrijpt dat het moeilijk is om uit te leggen wat precies de Nederlandse en Belgische identiteit is.
  

*Typeren = beschrijven

Schaalniveau -> in- en uitzoomen

Regionaal

Nationaal

Mondiaal

Hoe kan je een land typeren?

1. Politiek 

2. Economie

3. Cultuur

1. Politiek 

Niet elk land heeft hetzelfde politieke stelsel

Voor Nederland geldt:

• Nederland is een Democratie: inwoners hebben inspraak
•  Nederland is een Koninkrijk
• Nederland is zelfstandig en onafhankelijk

2. Economie

Inwoners van een land ontvangen salaris, betalen belastingen en  kopen boodschappen; Welvaart*

Welvaart kan per land en per regio verschillen

In Nederland is er verschil tussen de Randstad en het platteland

*Kun je kopen wat je wilt met het geld dat je verdient?

3. Cultuur

Elk land heeft zijn eigen cultuur en tradities

Typisch Nederlands is bijvoorbeeld:

 

• Sinterklaas vieren op 5 december
• Op de fiets naar je werk
• Oliebollen eten met oud en nieuw

Wat is nog meer typisch Nederlands? (politiek, economie, cultuur)

Opdracht straks

Je onderzoekt wat een ander Europees land typeert.  Politiek, Economisch (welvaart) & Cultureel (tradities)

We gaan nu eerst een korte quiz over Europa doen en dan geef ik een voorbeeld van de opdracht: België

De Europa Quiz

Welke kleur
heeft Europa?

1. Blauw
2. Lichtgroen
3. Oranje
4. Rood

Wat moet je doen om meer van Europa te kunnen zien?

1. Inzoomen
2. Alle antwoorden zijn onjuist
3. Er is niks wat je kan doen
4. Uitzoomen

Van welk land is dit de president?

1. Italië
2. Frankrijk
3. Nederland
4. Noorwegen

Wat is de hoofdstad van Europa?

1. Amsterdam
2. Berlijn
3. Brussel
4. Parijs

Hoe heette tot 1989 de grens tussen Oost-Europa en West-Europa?

1. De IJzeren muur
2. Het IJzeren gordijn
3. Oost-West scheiding
4. Grens van 1989

In welke delen van Europa is de welvaart het grootst?

1. Oost- en Zuid-Europa
2. Noord- en West-Europa
3. Noord- en Oost Europa
4. Zuid- en West Europa

Hoeveel landen heeft Europa?

1. 36
2. 43
3. 50
4. 67

Welk land ligt niet in Europa?

1. Moldavië
2. Griekenland
3. Kroatië
4. Israël

Wat is het grootste land in Europa?

1. Engeland
2. Rusland
3. Spanje
4. Frankrijk

België

Politiek: België is net als Nederland zelfstandig en onafhankelijk

Economie: Er zijn verschillen in welvaart; Vlaanderen is rijker dan Wallonië.

Cultuur: Er worden 3 verschillende talen gesproken: Nederlands, Frans en Duits. Op 21 juli is de nationale feestdag waarop ze de onafhankelijkheid vieren. En België staat bekend om zijn chocolade

Opdracht:

In breakoutrooms onderzoek je in drietallen een land.

Je zoekt informatie over de politiek (stelsel), economie (welvaart) en cultuur (tradities).

Je pint je bevindingen in de padlet: https://padlet.com/mvanzijl1/ae2epzrij4ho71c4

DEZE LES:

• Hebben we de identiteit van andere landen verkend aan de hand van hun politiek, economie en cultuur. 

• Het vergelijken van identiteiten 

DE VOLGENDE LES