Voor de online leerlingen, log in met de code die je links onder ziet staan
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Welkom!
Ga op je vaste plaats zitten
Voor de online leerlingen, log in met de code die je links onder ziet staan
Slide 1 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Leerdoelen
Theorie:
Je weet hoe je met het Basisboek werkt.
Je weet wat het verschil is tussen de absolute en de relatieve afstand.
Je weet waardoor de relatieve afstand kan veranderen.
Opdrachten:
Je weet hoe je de absolute en de relatieve afstand kunt meten.
Je weet waardoor de relatieve afstand kan toenemen of afnemen.
Je weet welke verschillende reliëfvormen er zijn.
Je weet wat de hoogten zijn van de verschillende reliëfvormen.
Slide 2 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Vandaag
- Nakijken opdrachten paragraaf 4
- Aan de slag
- Afronden
Slide 3 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Neem voor je
- Paragraaf 4 in je lesboek en werkboek
Lesboek blz. 14 en 15
Werkboek blz. 15
Slide 4 - Slide
Aan de slag
Kijk in je werkboek terug naar hoofdstuk 1.
Heb je alles gemaakt? Dan kom je bij de docent een nakijkblad halen. Heb je nog niet alles af? Dan ga je het eerst afmaken.
timer
15:00
Slide 5 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Opdracht
Opdracht
Je krijgt zometeen op het bord drie mogelijke toetsvragen te zien over paragraaf 3. Beantwoord de vragen in stilte in je aantekeningen schrift.
Slide 6 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Lees de twee uitspraken.
I Door files op de weg wordt de relatieve afstand groter.
II De absolute afstand tussen Parijs en Berlijn verandert als je een ander vervoermiddel kiest.
Welke uitspraken zijn juist?
a Uitspraak I is juist, II is onjuist.
b Beide uitspraken zijn juist.
c Beide uitspraken zijn onjuist.
d Uitspraak I is onjuist, II is juist.
Slide 7 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Waardoor kan de reistijd met een auto tussen twee plaatsen kleiner worden?
a Door de aanleg van een brug en een snelweg.
b Door de aanleg van een brug en een nieuw kanaal.
c Door werkzaamheden aan de weg en het verbeteren van het fietspad.
d Door de aanleg van een tunnel en het verlagen van de maximumsnelheid.
Slide 8 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Welke uitspraak over absolute afstand is goed? Schrijf alleen het cijfer op.
1 De absolute afstand is de afstand gemeten in reistijd.
2 De absolute afstand is altijd groter dan de relatieve afstand.
3 De absolute afstanden zijn de afgelopen honderd jaar niet veranderd.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Aflezen van het diagram
- In de verticale as van deze diagram (links en omhoog) staan de graden in Celsius weer gegeven.
- Op de horizontale as van deze diagram (links en naar rechts) staan de maanden januari t/m december afgekort weer gegeven.
- De legenda laat twee lijnen zien die de temperatuur weergeven van een plaats in Nederland (rood), de Bilt en Canada (groen), Calgary.
Slide 13 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Aan de slag
Opdracht
Ga aan de slag met opgave 7 uit je werkboek (blz. 11)
timer
5:00
Slide 14 - Slide
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Afronden
In deze les leerde je:
- Je weet welke landschappen er zijn in Calgary
- Je weet het verschil tussen absolute en relatieve afstand.
- Je weet waarom de relatieve afstand voor iedereen anders is en kan veranderen.
Pak je telefoon!
En log in met de code van deze les!
Slide 15 - Slide
Vul jij de gaten in deze tekst op? Sleep de woorden naar de juiste plek!
Bij AK gebruiken we twee soorten afstand: absolute afstand en relatieve afstand. Absolute afstand is afstand in ..................................... De absolute afstand .................................................. Reletieve afstand is afstand in .................................................. Relatieve afstand kan dus ..............................................