6.3

6.3 Op de markt!
1. Ga rustig zitten op je vaste plek 
2. Leg je boek op tafel, laat deze nog dicht
3. Pak je pen en rekenmachine er bij
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo kLeerroute VKLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

6.3 Op de markt!
1. Ga rustig zitten op je vaste plek 
2. Leg je boek op tafel, laat deze nog dicht
3. Pak je pen en rekenmachine er bij

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

programma
Welkom
Terugblik vorige les + huiswerk controle
Leerdoelen
Theorie + opdrachten
Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les
  • Welke BTW percentages zijn er?
  • Wat is de consumentenprijs?
  • Hoe bereken ik van verkoop- naar consumentenprijs?
  • Hoe bereken ik van consumenten- naar verkoopprijs?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Oefenen, neem schema over
Björn's bedrijf verkoopt oude stripboeken. Gemiddeld kost een stripboek € 10 euro inclusief 9% btw. 

Gevraagd: Bereken de verkoopprijs exclusief btw. 
timer
3:00
= 100%
= 121%

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:

  • Weet jij wat de vraag en aanbod op de markt is
  • Het verschil tussen Afzet en omzetten.
  • Hoe je de omzet moet berekenen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vraag en aanbod
vraag
aanbod

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kun je een voorbeeld bedenken?
Benoem zelf eens een product wie de vraag zijn en wie het aanbod heeft van de goederen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Afzet en omzet
Afzet: aantal verkochte producten. aantallen 
Omzet: opbrengst van de verkoop. Geld aangegeven

Voorbeeld:
Bedrijf A verkoopt 5 ijsjes voor 2 euro per ijsje
Afzet: 5 ijsjes
omzet: 5 x 2= € 10,- euro

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

omzet berekenen
Omzet = Afzet X verkoopprijs 

Je verkoopt in een maand 900 T-shirts voor 14 euro per stuk.
Omzet = 900 x 14 = € 12.600 euro

Wat is de afzet? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkcontrole
6.1 - vraag 2 t/m 12
6.2 - vraag 1 t/m 11

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maken opdrachten 6.3 (Blz. 168) opdrachten 2, 4 en 5. 
zelfstandig
10 minuten de tijd
Stukje theorie
Klaar? lezen blauwstukje marktaandeel

timer
10:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Marktaandeel
De marktaandeel bepaald jouw positie op de markt
Supermarkten: AH > buurtsupermarkt om de hoek

Marktaandeel kijk je altijd naar de afzet! 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 6

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Marktaandeel vergroten
Hoe kun je je marktaandeel vergroten?
- Concurreren met andere bedrijven.
Daarvoor gebruiken ze marketinginstrumenten, de 6 P's

  1. Prijs                    4. Promotie      
  2. Product            5. Personeel
  3. Plaats                6. Presentatie


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Marktaandeel vergroten, vraag 8

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Rekenen
Neem dit schema over:
Afzet x verkoopprijs = Omzet

    Omzet
    Inkoopwaarde - ( inkoopprijs van de verkochte goederen)
= Brutowinst
    Bedrijfskosten - ( Lonen, huur, reclamekosten)
= Nettoresultaat

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Paragraaf 6.3 - Vraag 7 t/m 11
Hoe?
Zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Hulp?
Theorie in het boek, steek je vinger op voor vragen
Tijd?
5 minuten voordat de les eindigt.
Klaar?
Maak samenvattingsopdrachten 6.3
blz. 176
Huiswerk
Morgen, dinsdag  25 maart: 
Paragraaf 6.3 - Vraag 2 + 6 t/m 11

Slide 19 - Slide

Doelgroep bestaat uit een groep consumenten die graag laten zien dat ze zo'n dure tas kunnen betalen