2mavoB

Bienvenue classe 2mB
 Aujourd'hui nous sommes          Jeudi le 7 octobre
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bienvenue classe 2mB
 Aujourd'hui nous sommes          Jeudi le 7 octobre

Slide 1 - Slide

LE PROGRAMME DU JOUR
  • Les buts  (leerdoelen)
  • Répétition (terugblik)
  • Contrôle de devoirs / Interro (huiswerkcontrole)
  • Contenu (verwerking)
  • Au travail (aan het werk)
  • Évaluation

Slide 2 - Slide

Les buts:
- Aan het einde van de les kan ik zinnen in de  passé composé zetten.

- Aan het einde van de les ken ik het rijtje van avoir en kan ik het opnoemen.

- Aan het einde van de les kan ik een Franse tekst lezen en zinnen in de  passé composé herkennen.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Slide

Contrôle de devoirs
1. Vous avez raison.

2.Tu as une bonne note.
3. Je/ J'ai de la chance.
4. Elles ont peur.
5.Suzanne a un nouvel ordinateur.
6.Tu as  un piano ?
7.Nous avons des verbes au présent pour comprendre.
8.Vous avez  raison de ne rien dire.
9.J'/ J' ai du bon chocolat dans ma cuisine, tu n'en auras pas.
10. Elle n'a pas de dents, tu ne risques rien.
11.Nous avons changé de moyen de communication.
12.Tu as le choix, fais comme tu veux.



Kijk je huiswerk in stilte na en noteer hoeveel je er goed hebt. 

 Bonne chance !

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de passé composé ?
Deze tijd maak je met een vorm van avoir + het voltooid deelwoord.
Het voltooid deelwoord van een werkwoord dat eindigt op -er maak je als volgt:
1. -er haal je van het hele werkwoord af. Dan houd je de stam over.
Bijvoorbeeld: Parler -er = parl
2. plak é achter de stam.
                                              De passé composé zijn er twee
dus: parlé is het voltooid deelwoord van parler (= praten)
Ik heb gepraat = J'ai parlé

Slide 5 - Slide

Nu jullie!
Parler = praten          Travailler = werken                     Manger = eten
Zet de volgende zinnetjes in de passé composé:
Jij hebt gepraat =
Zij heeft gegeten=
Wij hebben gewerkt=
Zij hebben gepraat= 

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de passé composé  met een onregelmatig werkwoord?
De passé composé van de werkwoorden: avoir, être en faire is  onregelmatig. Deze liggen vast en moet je uit je hoofd leren.
De voltooid deelwoorden van avoir, être en faire zijn:
Eu = gehad
Été = geweest
Gedaan/gemaakt = fait
                 Ook hier geldt de passé composé zijn er twee!

Slide 7 - Slide

Voorbeelden:
Ik heb gehad = J'ai eu
Jullie hebben gemaakt= Vous avez fait
Let op: bij de passé composé van het ww être (=zijn) gebruik je het werkwoord avoir, ookal zeg je in het Nederlands 'is geweest'
Zij is geweest = Elle a été
Wij zijn geweest= Nous avons été

Slide 8 - Slide

Évaluation du cours
Heb je in deze les iets geleerd wat
je eerst nog niet wist? Zo ja, wat
heb je geleerd?
Noem drie woorden die je hebt
onthouden uit deze les.

Slide 9 - Slide

Les dévoirs= Het huiswerk

Slide 10 - Slide