Herhaling H7 Nieuwe wereldorde moi

 Herhaling H7 De nieuwe wereldorde
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 Herhaling H7 De nieuwe wereldorde

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Wat was het beleid van Gorbatsjov?
A
Koude Oorlog
B
Brezhnev-doctrine
C
Stalinisme
D
Perestrojka en glasnost

Slide 3 - Quiz

In welk jaar viel de Berlijnse Muur?
A
1990
B
1989
C
1985
D
1991

Slide 4 - Quiz

Wanneer werd de Duitse eenwording officieel?
A
5 mei 1945
B
1 januari 2000
C
9 november 1989
D
3 oktober 1990

Slide 5 - Quiz

Wanneer hield de Sovjet Unie op te bestaan?
A
4 juli 1990
B
26 december 1991
C
1 januari 1992
D
15 augustus 1989

Slide 6 - Quiz

Wie was Boris Jeltsin?
A
Leidde Rusland na de Sovjetunie
B
Eerste president van Rusland
C
Premier van de Sovjetunie
D
President van Oekraïne

Slide 7 - Quiz

Wat was een beleid van Jeltsin?
A
Privatisering van staatsbedrijven
B
Versterking van de KGB
C
Economische hervormingen
D
Herstel van de communistische partij

Slide 8 - Quiz

Wat was een gevolg van de val van de Sovjet Unie?
A
Toename van etnische conflicten
B
Versterking van de NAVO
C
Vermindering van militaire conflicten
D
Vrede in de Balkan

Slide 9 - Quiz

De EEG is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking

Slide 10 - Quiz

In 1957 werd de EEG opgericht. De EEG was het eerste vrijwillige economische samenwerkingsverbond in Europa.

Welk verband is er tussen de oprichting van de EEG en de Koude Oorlog?

A
De Koude Oorlog is een gevolg van de oprichting van de EEG, omdat de Sovjet-Unie zich buitengesloten voelde door de economische samenwerking in West-Europa.
B
De oprichting van de EEG is een gevolg op lange termijn van de Koude Oorlog, omdat het inging tegen de oostelijke en de westelijke invloedssfeer in Europa.
C
De oprichting van de EEG en de Koude Oorlog zijn beide onbedoelde gevolgen van de Conferentie van Potsdam.
D
De Koude Oorlog is een oorzaak van de oprichting van de EEG, omdat in een economisch sterk Europa het communisme minder kans maakte.

Slide 11 - Quiz

Hoeveel lidstaten heeft de EU?
A
28
B
27
C
30
D
25

Slide 12 - Quiz

Wanneer werd de Europese Unie opgericht?
A
12 maart 1985
B
1 november 1993
C
1 januari 2000
D
7 februari 1992

Slide 13 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van de verzorgingsstaat?
A
Volledige vrijheid van markt
B
Geen belastingheffing
C
Sociale zekerheid voor inwoners
D
Minimale overheidsinterventie

Slide 14 - Quiz

Wie is verantwoordelijk voor de zorg in de verzorgingsstaat?
A
Enkel particuliere bedrijven
B
Burgers zelf
C
Internationale organisaties
D
De overheid en instellingen

Slide 15 - Quiz

Globalisering is ...
A
Het proces waarbij alle gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden worden.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.

Slide 16 - Quiz

In welk jaar vond 9/11 plaats?
A
2001
B
2002
C
1999
D
2000

Slide 17 - Quiz

Op 9-11 pleegde een terreurorganisatie een aanslag in de V.S.
Wie was de leider?
A
Yasser Arafat
B
Mohammed Ali
C
Osama Bin Laden
D
Bashir al-Assad

Slide 18 - Quiz

Wat is populisme?
A
Een politieke stroming die zich richt op het vergroten van de economie
B
Een politieke stroming die zich richt op de wensen en behoeften van de elite
C
Een politieke stroming die zich richt op de wensen en behoeften van het volk
D
Een politieke stroming die zich richt op het behoud van tradities

Slide 19 - Quiz

In welk jaar werd Pim Fortuyn vermoord?
A
2005
B
2002
C
2000
D
2010

Slide 20 - Quiz

Wie was Pim Fortuyn?
A
Politicus en publicist
B
Voormalig voetballer
C
Lid van de LPF
D
Fictief personage

Slide 21 - Quiz

Welke uitvinding was de veroorzaker van de informatie samenleving?

Slide 22 - Open question

Noem twee zaken die veranderd zijn door het ontstaan van de informatiemaatschappij.

Slide 23 - Open question

Veranderingen door ICT
-communicatie werd sneller en directer door mobiele telefoons en sociale media
- contant geld werd vervangen door elektronisch betaalverkeer
- aankopen worden steeds meer via webwinkels gedaan
- door laptops en mobiele telefoons hoeven mensen niet meer op een vaste plek te werken.

Slide 24 - Slide

Zelf oefenen, kies uit:
- Heb je vragen?
• Maak de oefentoets H7 op je ipad
• Oefen met de begrippen op blz. 231 vraag 1 en 2
• Oefen digitaal met de begrippentrainer
• Kijk je wb p1 en p2 na met de antwoordenbladen
• Maak herhaling blz. 232 vraag 1 t/m 10


Slide 25 - Slide