DA Tekstverbanden en signaalwoorden vmbo

volgorde

  • eerst kijken we terug
  • daarna  herhalen we(filmpje)
  • dan oefenen we samen (8 vragen
  • vervolgens werken we zelfstandig
  • tot slot bespreken we hoe het ging

afspraken

  1. Je boek is op tafel
  2. Je telefoon is in je tas
  3. Je zit op je eigen plek
  4. Tijdens uitleg (filmpje) ben je stil
  5. We praten rustig
  6. We luisteren naar elkaar
  7. Tijdens ZS werken we voor onszelf


1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

volgorde

  • eerst kijken we terug
  • daarna  herhalen we(filmpje)
  • dan oefenen we samen (8 vragen
  • vervolgens werken we zelfstandig
  • tot slot bespreken we hoe het ging

afspraken

  1. Je boek is op tafel
  2. Je telefoon is in je tas
  3. Je zit op je eigen plek
  4. Tijdens uitleg (filmpje) ben je stil
  5. We praten rustig
  6. We luisteren naar elkaar
  7. Tijdens ZS werken we voor onszelf


Slide 1 - Slide

Lesdoel

Na deze les ken je tekstverbanden een beetje uit je hoofd bovendien leer je er nog één bij.

Oefen je met oefeningen uit je boek.

Slide 2 - Slide

Tekstverbanden

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 5 - Slide

Welke tekstverbanden ken jij?

Slide 6 - Open question

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden
  • Voorbeeld:           denk aan, zo, zoals, bijvoorbeeld, neem nou, ...
  • Opsomming:       ten eerste, ten tweede, ook , en, opsommingstekens, ...
  • Tijdsvolgorde:     eerst, daarna, nu, vroeger, morgen, nadat, vervolgens, ...
  • Mening:                  ik vind ..., ik ben van mening dat ..., mijns inziens ...

Slide 7 - Slide

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
Opsomming
B
Voorbeeld

Slide 8 - Quiz

Eerst ga ik straks naar huis.

Eerst is het signaalwoord voor ......
A
Mening
B
Voorbeeld
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 9 - Quiz

Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.

Toen is het signaalwoord voor ....
A
Mening
B
Tijdsvolgorde (chronologie)
C
Opsomming
D
Voorbeeld

Slide 10 - Quiz

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Mening
C
Voorbeeld
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 11 - Quiz

Ik vind, volgens mij en mijns inziens zijn signaalwoorden voor een ....
A
Voorbeeld
B
Conclusie
C
Mening
D
Opsomming

Slide 12 - Quiz

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 13 - Quiz

Aan welk signaalwoord kun je een opsomming herkennen?

Slide 14 - Open question

Nu ga je oefenen

boek blz. 87 t/m 91

verder met opdracht 4 en 5.

Extra oefenen op nieuw Nederlands online/ score/lezen

timer
15:00
ZS

Slide 15 - Slide

schrijf de antwoorden op een blaadje en vul op de volgende dia in

Bespreek in tweetallen:

wat je hebt geleerd

wat je belangrijk vind

wat je nog nodig hebt

wat vertel je ervan aan de klas?

timer
2:00
We praten rustig

Slide 16 - Slide

wat heb je besproken met elkaar?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide