4M week 4 les drie (online)

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

What are we going to do today?
- What did we do the previous lesson?

Slide 2 - Slide

What did we do the
previous lesson?

Slide 3 - Mind map

Inderdaad! Een quiz!

Slide 4 - Slide

Het is zover:
We gaan beginnen met ons eerste grammatica onderdeel! 

Slide 5 - Slide

Degrees of comparison

Slide 6 - Slide

Degrees of comparison
De degrees of comparison zijn de trappen van vergelijking.
Deze trappen vergelijken twee (of meer) dingen met elkaar. 

Zij is mooi dan mij.
Die auto is schoner dan die van mij.
Mijn familie is het meest belangrijk.

Slide 7 - Slide

Degrees of comparison
We kennen de vergrotende trap (comparative) en de overtreffende trap (superlative) ook in het Nederlands:


Comparative: groter dan, klein dan
Superlative: grootst, kleinst

Slide 8 - Slide

Degrees of comparison
Eén lettergreep?
-er in de comparative, -est in de superlative:

small - smaller - smallest
big - bigger - biggest
cool - cooler - coolest

Slide 9 - Slide

Degrees of comparison
Twee lettergrepen?
1. Als een woord met twee lettergrepen eindigt op –er, -ow of –y voorkomt, dan doe je ook +er of +est.
Dit geldt ook voor woorden van twee lettergrepen waarvan de klemtoon op de laatste lettergreep valt.
Pretty - prettier - prettiest
2. Is dat niet zo? Zet er dan more (comparative) of most (superlative) voor:
Cheerful - more cheerful - most cheerful

Slide 10 - Slide

Degrees of comparison
Drie of meer lettergrepen?
Dan gebruik je altijd more (comparative) en most (superlative). Dit plak je er dan voor:
Beautiful - more beautiful - most beautiful

Slide 11 - Slide

Uitzonderingen
Little  Less  Least  (Weinig)
Much  More  Most (Veel)
Many  More  Most (Veel)
Good  Better  Best (Goed)
Bad  Worse  Worst (Slecht)
Far  Farther  Farthest (Ver)
Far  Further  Furthest (Ver)
Old  Elder  Eldest (Oud)

Slide 12 - Slide

Questions?

Slide 13 - Mind map

Let's try!

Slide 14 - Slide

Fill in the comparative and superlative:
cold

Slide 15 - Open question

Fill in the comparative and superlative:
weird

Slide 16 - Open question

Fill in the comparative and superlative:
happy

Slide 17 - Open question

Fill in the comparative and superlative:
courageous

Slide 18 - Open question

Fill in the comparative or superlative:
She is the .. (happy) girl in the world

Slide 19 - Open question

Fill in the comparative and superlative:
She is ... (tall) than her father

Slide 20 - Open question

Fill in the comparative and superlative:
He is the ... (annoying) presenter

Slide 21 - Open question

Fill in the comparative and superlative:
She is ... (cheerful) than him

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Exercises

Get to work!

Do exercises 12 and 13 in CH5 and hand them in on Teams.

Slide 24 - Slide

Questions?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide