H3.1 - Energiebronnen (les 2)

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat zitten en zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat zitten en zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat zitten en zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 3 Energie
1. Energiebronnen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat een energiebron is (Deel-1).
  • Je kunt zes energiebronnen beschrijven (Deel-1).
  • Je kunt kenmerken van energiebronnen benoemen (Deel-1).
  • Je kunt de ideale energiebron beschrijven. (Deel-2)
  • Je kunt vier kenmerken van de energietransitie benoemen. (Deel-2)
  • Je kunt de zwaarte-energie berekenen (plusstof)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Je kunt uitleggen wat een energiebron is.
    ENERGIESOORT  
zonlicht
wind
aardgas
steenkool
uranium

stralingsenergie
bewegingsenergie
chemische energie
chemische energie
kernenergie
ENERGIEBRON
in een 
zit een 
opgeslagen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fossiele brandstoffen
Chemische energie wordt bij verbranding omgezet in warmte.
Voordelen 
  •  gemakkelijk aan te komen
  •  is goedkoop 
Nadelen 
  • uitstoot van schadelijke gassen
  •  voorraad raakt op

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vul in:
Aardolie, aardgas en steenkool zijn......................brandstoffen.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vul in:
Fossiele brandstoffen bevatten ........................... energie.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Onthouden!

Alles wat je kunt verbranden bevat CHEMISCHE ENERGIE.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Noem minstens één nadeel van windenergie.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Sleep de energiesoorten bij het juiste plaatje.
chemische
energie
bewegingsenergie
kernenergie
stralingsenergie
warmte

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Onthouden!
  • Een zonnecollector zet de stralingsenergie van de zon om in warmte.
  • Een zonnepaneel zet de stralingsenergie van de zon om in elektrische energie.
Zonnecollector
De warmtestraling van de zon
wordt gebruikt om water
te verwarmen. 
Zonnepaneel
Het licht van de zon wordt
gebruikt om elektrische
energie op te wekken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met de
"energietransitie"?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Je spreekt van een ideale energiebron als:
  • deze onuitputtelijk is, dus nooit opraakt
  • altijd beschikbaar is
  • milieuvriendelijk is
  • goedkoop is
Helaas....... de ideale energiebron bestaat niet!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Je kunt vier kenmerken van de energietransitie benoemen.
gebruik van fossiele brandstoffen
klimaatneutrale energiebronnen
  1. Fossiele brandstoffen worden vervangen.
  2. Zuiniger met energie omgaan.
  3. Energie opslaan.
  4. Energie lokaal produceren.
                             Noem bij elk een voorbeeld 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zwaarte-energie (vwo)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zwaarte-energie (vwo)
Ez=m.g.h
zwaarte energie           Ez       Joule               J
massa                              m       kilogram        kg
hoogte                             h        meter              m
  

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten van H3.1 af. Maak daarna de test jezelf

Hoe? Je mag fluisterend overleggen. Ik wil je niet kunnen horen.

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Maak de plus opdrachten van H3.1

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Een windmolen zet ……….. energie om in elektrische energie
A
Chemische energie
B
Elektrische energie
C
Warmte
D
Bewegingsenergie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Warmte is een energiesoort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

We kennen energiebronnen en energieomzetters. 
Sleep de onderstaande begrippen in het juiste vak.
energiebron
energieomzetter
aardgas
aardolie
olielamp
auto
monitor
accu
cv-ketel
wind
zon
zaklamp
fiets
mest

Slide 24 - Drag question

12 goed 4 pnt
11 goed 3 pnt
10 goed 2 pnt
9 goed 1 pnt
8 of minder goed 0 pnt
In een energiebron is energie opgeslagen.

In welke energiebron zit chemische energie opgeslagen?
A
aardgas
B
wind
C
zonlicht
D
stromend water

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Steenkool
D
Biomassa

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welke energiebron kan je gebruiken voor de energieomzetting
stralingsenergie → elektrische energie?
A
aardgas
B
biomassa
C
wind
D
zon

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de energiesoort die
hoort bij deze energiebron?
A
soort: bewegingsenergie bron:wind / orkaan
B
soort:thermische energie bron: wind /orkaan
C
soort:chemische energie bron: wind / orkaan
D
soort: stralingsenergie bron: wind / orkaan

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions