Je schrijft een tekst altijd met een bepaald schrijfdoel. Je wilt:
informeren;
instrueren;
overtuigen.
Slide 2 - Slide
Afstemmen op de doelgroep
Formeel
Informeel
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Afstemmen op de doelgroep
Voorkennis is kennis die iemand al heeft over een onderwerp.
Als de doelgroep weinig voorkennis heeft over het onderwerp moet je voldoende uitleg geven en je woordgebruik aanpassen aan je doelgroep. Woorden die alleen binnen het onderwerp worden gebruikt, zoals vaktermen, vermijd je of leg je uit.
Slide 6 - Slide
Zakelijke brief
Als je een boodschap aan een persoon of instantie moet overbrengen
Informatie vragen of geven, een klacht uiten of een verzoek doen
Formeel taalgebruik
Per post of e-mail
Slide 7 - Slide
Opbouw
Inleiding: wie ben je en waarom schrijf je
Middenstuk: informatie/boodschap/vragen
Slot: verwachting
Slotzin: je bedankt de ontvanger, je schrijft dat je een reactie verwacht of dat je hoopt dat je voldoende informatie hebt gegeven.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Schrijf een zakelijke mail
Ga naar blz. 308 van je werkboek en maak opdracht 1.
Klaar? Lever je werkboek in voor feedback.
Verwerk je feedback.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat gaan we doen?
Feedback mail 1
Herhaling theorie zakelijke brief/mail
Opdracht mail 2
Je kent de opbouw van een zakelijke brief/mail.
Je kent de vorm van een zakelijke brief/mail.
Je kan een zakelijke brief/mail schrijven.
Slide 14 - Slide
Veel voorkomende fouten mail
Geen witregels/alinea's
Inleiding ontbreekt en/of de reden van schrijven wordt niet genoemd.
Slide 15 - Slide
Opbouw
Inleiding: wie ben je en waarom schrijf je
Middenstuk: informatie/boodschap/vragen
Slot: verwachting
Slotzin: je bedankt de ontvanger, je schrijft dat je een reactie verwacht of dat je hoopt dat je voldoende informatie hebt gegeven.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Schrijf een zakelijke mail
Ga naar de Teams-opdracht (Nederlands) mail 2. Zie daar de opdrachtbeschrijving.