Fase 2, jaar A, weekritme 3 - Rekenen : Grafieken lezen

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

 

     Rekenen : Grafieken en diagrammen

Wat ik na deze periode kan:

• Ik herken een eenvoudig patroon uit een beschrijving met woorden
  
• Ik beschrijf eenvoudige patronen in woorden bv vogels vliegen in V-vorm
  
• Ik lees informatie uit veelvoorkomende tabellen af zoals dienstregeling, lesrooster enz.
  
• Ik lees en interpreteer een eenvoudige legenda
  
• Ik lees en interpreteer eenvoudige globale grafieken en diagrammen
  
• Ik gebruik een eenvoudige tabel om informatie uit een situatiebeschrijving te ordenen
  
• Ik weet waarom informatie op veel verschillende manieren kan worden geordend en       weergegeven
  
• Ik maak een eenvoudige staafdiagram op basis van gegevens
  
• Ik gebruik kwantiteiten informatie uit tabellen en grafieken om eenvoudige berekeningen uit    te voeren en conclusies te trekken

Wat weet je nog van 

Grafieken en Tabellen ?

Tabellen en grafieken

Sleep de plaatjes  naar het juiste woord

Tabel

Lijngrafiek

Cirkeldiagram

Staaf-

grafiek

Wat betekend een verband?

Wat is een voorbeeld van een grootheid?

1. Dagen
2. Tijd
3. Graden Celsius
4. Kubus

Hoe noemen we het gedeelte van de grafiek wat niet stijgt of daalt.

Hoeveel bezoekers waren er om 4 uur?

1. 75
2. 60
3. 40
4. 50

Wanneer steeg het bezoekersaantal het meest?

1. tussen 0 en 1 uur
2. tussen 1 en 2 uur
3. tussen 6 en 7 uur
4. tussen 7 en 9 uur

Met hoeveel daalde het aantal bezoekers tussen 2 en 4 uur?

1. 10 bezoekers
2. 15 bezoekers
3. 20 bezoekers
4. 25 bezoekers

Wat is de afstand tussen Amsterdam en Maastricht ?

Tekst

1. 188 km.
2. 216 km.
3. 181 km.
4. 79 km.

Hoe lang doe je over de reis van Amsterdam naar Maastricht?

1. 2:20 uur
2. 1:56 uur
3. O:57 uur
4. 2:18 uur

In welk jaar zijn meer meisjes geboren dan het totaal aantal van jongens en meisjes samen in 2006 ?

1. 2006
2. 2008
3. 2009
4. 2010

Hoeveel meer meisjes zijn er in 2009 geboren dan jongens?

1. 100 %
2. 75%
3. 50%
4. 25%

Het aantal jongen dat tussen 2008 en 2010 wordt geboren is met hoeveel procent gestegen?

1. 100%
2. 50%
3. 75%
4. 25%

Tussen welke jaren is het aantal geboortes in Beekdorp verdubbeld?

1. 2006 - 2009
2. 2007 - 2010
3. 2007 - 2009
4. 2006 - 2010

Hoeveel moet je betalen voor de auto en benzine?

1. € 60,00
2. € 120,00
3. € 180,00
4. € 240,00

Wat moet je betalen voor eten en drinken ?

1. € 120,00
2. € 200,00
3. € 240,00
4. € 180,00

Wat kost het om een weekend in Parijs te overnachten?

1. € 180,00
2. € 200,00
3. € 240,00
4. € 120,00

Hoeveel geef je uit aan uitstapjes in Parijs?

1. € 60,00
2. € 120,00
3. € 180,00
4. € 240,00

Waar hebben we het in deze les allemaal over gehad?
Noem er minimaal 5 .

Schrijf op wat je al wist .

  

           

Schrijf op wat nieuw was.