Kapitel 1 Lektion 2E/3A

  • Handy in Telefontasche
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Buch+Laptop auf dem Tisch
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Handy in Telefontasche
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Buch+Laptop auf dem Tisch
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
- Hausaufgaben kontrollieren 5
- Zurückblick& Wiederholung 5
- Satz der Woche
- Bingo spielen 20
- Hausaufgaben 10
 -evaluieren 5







Slide 2 - Slide

Kapitel 1 : Hamburg
Typisch Duitse eigenschappen, uiterlijk & karakter van jezelf en anderen.

Lernziele:

- ik ken de getallen tot 100
- ik kan de vraagwoorden gebruiken
- ik ken de namen van familieleden








Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

FRAGEWÖRTER
wie
was
wer
woher
warum
wo
wohin
welche
wie
hoe
waar
wat
waarheen
welke
waarom
waar vandaan

Slide 5 - Drag question

......heißt du?
A
wer
B
wo
C
wie
D
wann

Slide 6 - Quiz

.....wohnst du?
A
wer
B
wann
C
wo
D
wie

Slide 7 - Quiz

......alt bist du?
A
wo
B
wie
C
wer
D
was

Slide 8 - Quiz

Satz der Woche

Ich habe mein Buch / mein Heft / meinen Laptop vergessen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Was? (wat)
Lektion 3 Aufgabe 1 + 2
S. 23
Wie? (hoe)
zu Zweit 
Wie lange? (hoe lang)
10 min
Hilfe? (hulp)
Grammatik D
Bildwörterbuch 
S. 20
S. 23
Fertig? (klaar)
https://lingua.com/nl/duits/lezen/vorstellung/
S. 21/22
Was machen wir damit?
Hausaufgaben
Selbstständig an die Arbeit!
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Heeft de bingo je geholpen om de getallen te oefenen?

Welke vraagwoorden ken je al uit je hoofd?

Hoe zeg je?
- hoe heet jij?
- waar woon jij?
- hoe oud ben jij?


Slide 12 - Slide

Nächste Stunde
Hausaufgaben Aufgabe 14+17
Bingo spielen
Speeddate


Check rommel rond je tafel
Blijf op je plaats tot de bel gaat
Stoel aanschuiven
Danke schön !


Slide 13 - Slide

......ihr in der Hauptstadt?
A
wohnen
B
wohne
C
wohnst
D
wohnt

Slide 14 - Quiz

.....du oft Fußball?
A
spiel
B
spielt
C
spielst
D
spiele

Slide 15 - Quiz

....Sie auch in Papendrecht, frau Breedveld?
A
wohnen
B
wohne
C
wohnt
D
wohnst

Slide 16 - Quiz