Start Stijlfiguren

Lesdoelen 
1. Ik weet weer wat de stijlfiguren herhaling, tegenstelling, opsomming inhouden
2. Ik kan 3 bijzondere vormen van opsomming herkennen en benoemen (drieslag, climax, omgekeerde climax)
3. Ik kan de stijlfiguren hyperbool, understatement en eufemisme herkennen en uitleggen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoelen 
1. Ik weet weer wat de stijlfiguren herhaling, tegenstelling, opsomming inhouden
2. Ik kan 3 bijzondere vormen van opsomming herkennen en benoemen (drieslag, climax, omgekeerde climax)
3. Ik kan de stijlfiguren hyperbool, understatement en eufemisme herkennen en uitleggen

Slide 1 - Slide

Weet je het nog?
  • herhaling ( ik wil het echt, echt, echt niet!)
  • tegenstelling (grote mond, klein hartje)
  • opsomming (drieslag, climax, omgekeerde climax)  
               
       bloed, zweet en tranen
                                                goed beter best

Slide 2 - Slide

Nog 3 stijlfiguren ...
  • hyperbool
  • understatement
  • eufemisme 

Slide 3 - Slide

Hyperbool

Als je overdrijft:


Het duurde tien jaar voordat je eindelijk eens terugbelde!

Slide 4 - Slide

Understatement

Als je iets afzwakt. Iets is minder mooi, groot of belangrijk dan het in werkelijkheid is.


Mijn rijke oom heeft een stulpje in Monaco gekocht.

Slide 5 - Slide

Eufemisme
Als je iets 'verzachtend' of netter uitdrukt, dan het in werkelijkheid is. De werkelijkheid is niet zo prettig of netjes.

Uw zoon heeft een heel eigen manier van 
communiceren met de docent.

Slide 6 - Slide

'Een beetje saaie film', vond Hans, die de hele voorstelling had geslapen.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 7 - Quiz

Na zo'n dag houthakken sterf ik altijd van de honger.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 8 - Quiz

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 9 - Quiz

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 10 - Quiz

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 11 - Quiz

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 12 - Quiz

Ons huis wordt iedere week schoongemaakt door de interieurverzorgster.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 13 - Quiz

Lesdoelen behaald?
1. Ik weet weer wat de stijlfiguren herhaling, tegenstelling, opsomming inhouden
2. Ik kan 3 bijzondere vormen van opsomming herkennen en benoemen (drieslag, climax, omgekeerde climax)
3. Ik kan de stijlfiguren hyperbool, understatement en eufemisme herkennen en uitleggen

Slide 14 - Slide