Les 13 - 4M - 24/25 - Invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming

1 / 35
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik
Waar ging de vorige les over?

Maak opnieuw het 
           krachtenveld! 

Slide 2 - Slide

Volksvertegenwoordiging
Dagelijks bestuur
Gemeenteraad
Provinciale Staten
College van B&W
Gedeputeerde Staten
Regering
Staten Generaal
Parlement
Kabinet
Controleert
Legt verantwoording af
Uitvoering wetten
Stemmen over wetsvoorstellen

Slide 3 - Drag question

Parlement
Kabinet
Kabinet EN Parlement
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Verantwoording afleggen
Ministers
Kamerleden
Staatssecretarissen
Controlerende taak
Geen oppositiepartijen
Ministeriële verantwoordelijkheid
Motierecht
Recht van amendement
Eerste Kamer
Regeerakkoord
Tweede Kamer
Recht van interpellatie
Budgetrecht
Volksvertegenwoordiging
Formatie
Coalitie- en oppositie
Wetgevende taak
Wetsvoorstellen indienen

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

  • Informerende functie
  • Waakhondfunctie
  • Agendafunctie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

§4.3 + §4.4
  • Ik weet hoe individuele burgers- en hoe belangen- of pressiegroepen invloed kunnen uitoefenen op de politieke besluitvorming.

  • Ik ken de belangrijkste knelpunten van de parlementaire democratie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Klassikaal lezen
  • §4.3.

  • §4.4.
https://legaalrijden.nl/blog/legaalrijden-mail-een-tweede-kamerlid/ 

Slide 10 - Slide

Aan de slag
  • Maak de vragen bij §4.3 en §4.4
In stilte!
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Aan de slag
  •  Maak het oefenexamen! (oefenexamen 2)
  • Vraag 15, 16, 22 en 28 hoef je niet te maken.

Slide 12 - Slide

Bespreken
  • Oefenexamen 2

Slide 13 - Slide

Quiz over Politiek en Beleid
20 vragen

Slide 14 - Slide

Wat behoort niet tot de controlerende middelen van de Tweede Kamer?
A
Recht van interpellatie
B
Motierecht
C
Vragenrecht
D
Recht van initiatief

Slide 15 - Quiz

Welke partij behoort op dit moment niet tot de oppositiepartijen?
A
D66
B
Forum voor Democratie
C
GroenLinks
D
NSC

Slide 16 - Quiz

... valt onder de wetgevende taak van het parlement
A
Recht van interpellatie 
B
Recht van amendement
C
Recht om een motie in te dienen
D
Recht om vragen te stellen  

Slide 17 - Quiz

Een links kabinet kan bestaan uit:
A
PvdA, SGP en de ChristenUnie
B
PvdA, D66 en CDA
C
PVV, D66 en GroenLinks
D
GroenLinks, SP en PvdA

Slide 18 - Quiz

Welke begrippen passen het beste bij elkaar?
A
Links en kansengelijkheid
B
Rechts en actieve overheid
C
Christendemocratie en vrijemarkteconomie
D
Christendemocratie en individuele verantwoordelijkheid

Slide 19 - Quiz

De .... in Den Haag pleit voor een strenger toegangsbeleid voor de winteropvang in de stad. Personen van buiten de stad, kunnen dan geen opvang krijgen
A
SP
B
PvdA
C
D66
D
VVD

Slide 20 - Quiz

Een verbod op consumentenvuurwerk is nodig, omdat het jaarlijks geknal slecht is voor mens en dier.
A
Partij voor de Dieren
B
PvdA
C
SGP
D
Pvv

Slide 21 - Quiz

Geen maatschappelijk probleem:
A
Vervuiling
B
Ongelijkheid
C
Baan kwijt
D
Eenzaamheid onder ouderen

Slide 22 - Quiz

De minister van justitie wil de max. straffen voor drugdealers verhogen naar 10 jaar. CDA, VVD en .... pleitten eerder voor nog veel hogere straffen
A
Partij voor de dieren
B
ChristenUnie
C
D66
D
PVV

Slide 23 - Quiz

Wie spelen een rol bij fase 1: agendavorming?
A
Ambtenaren
B
Ministers
C
Media
D
Politie

Slide 24 - Quiz

Het wetenschappelijke bureau van deze partij wil wetsvoorstellen afwijzen die bedoeld zijn om arbeidsdeelname van vrouwen te bevorderen.
A
GroenLinks
B
SP
C
SGP
D
PVV

Slide 25 - Quiz

In het beginselprogramma van deze partij staat dat er een wettelijk maximum-inkomen moet komen
A
SP
B
PvdA
C
D66
D
PVV

Slide 26 - Quiz

....vindt dat het kabinet snel een aantal concrete stappen moet zetten om de emancipatie van homo's kracht bij te zetten
A
GroenLinks
B
SP
C
SGP
D
CDA

Slide 27 - Quiz

Het parlement bestaat uit:
A
75 Eerste en 150 Tweede Kamerleden
B
De ministers plus 150 Tweede Kamerleden
C
De ministers plus 225 Eerste en Tweede Kamerleden
D
150 door het volk gekozen Kamerleden

Slide 28 - Quiz

Wie dienen meestal wetsvoorstellen in?
A
Ministers
B
Tweede Kamerleden
C
Eerste Kamerleden
D
Staatssecretarissen

Slide 29 - Quiz

Wat is de volksvertegenwoordiging van de gemeente?
A
Burgemeester
B
Wethouders
C
Gemeenteraad
D
Ambtenaren

Slide 30 - Quiz

Hoeveel zetels zijn er in de Eerste Kamer?
A
125
B
150
C
100
D
75

Slide 31 - Quiz

Wie hoort er in dit rijtje niet thuis?
A
Koning
B
Burgemeester
C
Minister
D
Commissaris van de koning

Slide 32 - Quiz

Wat is de uitvoerende macht van het land?
A
Regering
B
Tweede kamer
C
Eerste kamer
D
Koning

Slide 33 - Quiz

wat is het dagelijks bestuur van de provincie?
A
Gemeenteraad
B
Commissaris van de Koning
C
College van burgemeester en wethouders (B&W)
D
Gedeputeerde Staten

Slide 34 - Quiz

wie controleert wie?
A
Kabinet controleert parlement
B
Parlement controleert de gemeente
C
Tweede kamer controleert Eerste Kamer
D
Parlement controleert kabinet

Slide 35 - Quiz