1.2 Doel en publiek

Planning
  • Welkom!
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg 'Doel en publiek'
  • Aan de slag!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
  • Welkom!
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg 'Doel en publiek'
  • Aan de slag!

Slide 1 - Slide

Het onderwerp beschrijft in één woord, of een paar woorden, waar de hele tekst over gaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
hetzelfde als het onderwerp
B
een samenvatting van de tekst in één zin

Slide 3 - Quiz

1.2 Doel en publiek
Teksten over hetzelfde onderwerp kunnen totaal verschillen. Het hangt er maar vanaf welk doel de schrijver met zijn tekst heeft en voor welk publiek hij de tekst schrijft.

 

Bijvoorbeeld: Je vindt twee teksten over het onderwerp ‘honden’. De eerste tekst komt uit een krant en gaat over hoeveel Nederlanders een hond hebben en welke rassen het meest populair zijn. De krant wil een breed publiek over het onderwerp informeren. De tweede tekst is een folder van het asiel. Die folder wil hondenliefhebbersoverhalen geen pup te kopen, maar een hond uit het asiel te nemen.

Slide 4 - Slide

Tekstdoelen
  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen of betogen
  • Overhalen

Slide 5 - Slide

Welk tekstdoel hoort bij een reclamefolder?
A
overtuigen
B
activeren
C
amuseren
D
informeren

Slide 6 - Quiz

welk tekstdoel hoort bij een betoog?
A
activeren
B
informeren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 7 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een colomn?
A
informeren
B
activeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een recept?
A
informeren
B
overtuigen
C
overhalen
D
instrueren

Slide 9 - Quiz

Nu maken
  • 1.2 Doel en publiek: opdracht 1 klassikaal
  • opdracht: 2 & 3 individueel maken. Deze bespreken we klassikaal

  • Alles af?: Examenopdracht 1.2 maken

Slide 10 - Slide