This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Zuurstof
Slide 1 - Slide
Inhoud fles
Druk fles
Slide 2 - Slide
De formules
Zuurstof (liters)
Bar x inhoud fles in liter = hoeveelheid zuurstof in de fles
Zuurstof (tijd)
Aantal beschikbare hoeveel liter : gebruik in liters per minuut = resterende tijd in minuten
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Ik heb een fles met 5 liter inhoud en een druk van 30 mbar. Hoeveel liter zuurstof zit er in de tank?
A
30
B
5
C
150
D
500
Slide 5 - Quiz
Ik heb een fles met 2 liter inhoud met een druk van 80 mbar. Hoeveel liter heb in de fles?
Slide 6 - Open question
De formules
Zuurstof (liters)
Bar x inhoud fles in liter = hoeveelheid zuurstof in de fles
Zuurstof (tijd)
Aantal beschikbare hoeveel liter : gebruik in liters per minuut = resterende tijd in minuten
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
01:42
Hoeveel zuurstof zit er in de tank?
Slide 9 - Open question
02:14
Hoeveel uur kan de tank gebruikt worden als de cliënt 5 liter per minuut gebruikt
Slide 10 - Open question
03:29
- 5 liter per min - 10 liter tank - 95 atmosfeer hoelang kan de cliënt met deze tank doen?
Slide 11 - Open question
Dus.....
Een berekening van zuurstof heeft altijd te maken met
a: inhoud zuurstof fles
En....
b: verbruik van de cliënt
Slide 12 - Slide
Je hebt een zuurstof fles met 2 liter inhoud en een druk van 60 mbar. Mw Jansen gebruikt 2 liter per minuut. Heb je genoeg zuurstof tussen 08:00 en 12:00
A
ja
B
nee
C
weet ik niet
Slide 13 - Quiz
Je hebt een zuurstof fles met een inhoud van 5 liter. Er zit 150 mbar druk in. Mw Jansen gebruikt 2 liter zuurstof per minuut van 20:00 tot 08:00. Heb je genoeg zuurstof? Motiveer je antwoord
Slide 14 - Open question
Van minuten naar uren
pas op met rekenmachine!! wat achter de komma staat zijn geen minuten