Nederlands LOGI/VERE les 8 spreken examen p2/ onderwerp en hoofdgedachte p1

Nederlands profiel LOGI/VERE

Lesweek 8:
P2: spreken examen powerpoint
P1: les 9 2F onderwerp en hoofdgedachte luisteren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands profiel LOGI/VERE

Lesweek 8:
P2: spreken examen powerpoint
P1: les 9 2F onderwerp en hoofdgedachte luisteren

Slide 1 - Slide

Programma vandaag:

P2: Khaled, Justin, Anniek zelfstandig powerpoint afmaken en spreken oefenen. Volgende week presenteren in de klas.

P1: les onderwerp en hoofdgedachte luisteren
klassikaal

Les van 9.00 tot 11.00 uur 
Pauze van 10.00 tot 10.15 uur



Slide 2 - Slide

even terug naar vorige week:

Wanneer hoofdletters?

Wanneer leestekens?
  .  ?  !

Slide 3 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte
Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte. Het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst geven beide antwoord op de vraag: 'waar gaat de tekst over?'. Er is wel een belangrijk verschil.

Het onderwerp is waar de tekst over gaat, bijvoorbeeld 'Corona'. Als er wordt gevraagd naar het onderwerp van een tekst, dan is het belangrijk dat je antwoord geeft in één of enkele woorden. Het onderwerp van een tekst mag nooit een hele zin zijn.

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd. Dus de kern van de tekst in één zin. Bij de hoofdgedachte is het juist WEL de bedoeling dat je antwoord geeft in één volledige zin.



Slide 4 - Slide

Hoe kun je het onderwerp van een tekst vinden?
Vaak kun je het onderwerp al vinden zonder de tekst in zijn geheel te lezen. Het onderwerp staat meestal in de titel
Ook staat het vaak in de inleiding of in het slot
In een brief/e-mail vind je het vaak in de onderwerpsregel. 
Als je een bepaald woord steeds ziet terugkomen in de tekst, dan kan dat het onderwerp zijn.


Slide 5 - Slide

Hoe kun je de hoofdgedachte van een tekst bepalen?
De hoofdgedachte vind je meestal in de titel, inleiding of het slot. 
Artikelen uit de krant hebben vaak een 'intro', een dikgedrukte alinea aan het begin. 
Meestal bevat die de hoofdgedachte van het artikel.
Vaak kun je de woorden uit het onderwerp gebruiken om de hoofdgedachte op te schrijven.

Slide 6 - Slide

Stel jezelf de vraag: Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt verteld?

Slide 7 - Slide



                 We gaan aan de slag!

Video 1: vraag 1 tot en met 10

Slide 8 - Slide



                 We gaan aan de slag!

Video  2 : vraag 11  tot en met 18 

Slide 9 - Slide



                 We gaan aan de slag!

Video  3 : vraag 19  tot en met 26 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Tot slot:

Verder met taalblokken!

Of een taalspel?



Slide 12 - Slide