Paragraaf 6.1 De economie van Brazilië

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

H6: Energie in Brazilië

§1: De economie van Brazilië

H6: Energie in Brazilië

§1: De economie van Brazilië

Wat gaan we doen?

• Uitleg: hoe gaat het met Brazilië?
  
• Zelfstandig lezen §1
• Opdrachten maken

Leerdoelen 

• Je kunt drie gevolgen van globalisering voor Brazilië toelichten.

Algemene informatie

- Hoofdstad: Brasilia

- Taal: Portugees

- Grote steden zoals: Rio de Janeiro, Sao Paulo en Salvador

- Grootste land van Zuid - Amerika

- 

0

H6: Energie in Brazilië

§1: De economie in Brazilië

Groot land met een grote bevolking

- Brazilië is qua oppervlakte en bevolking het vierde land ter wereld.

- In 2021 woonden er 214,3 miljoen inwoners.

- Driekwart van de bevolking jonger dan 40 jaar > grote vraag naar banen, onderwijs en voorzieningen.

- Veel mensen trokken van het platteland naar de stad > 84% woont in de stad. Hierdoor veel favela's : Uitgestrekte zelfbouwwijk aan de rand van een grote stad

H6: Energie in Brazilië

§1: De economie in Brazilië

- Sinds het begin van deze eeuw is Brazilië een opkomende economie: Economie met een snelle groei van de productie en de welvaart.

Brazilië is onderdeel  van de BRIC-landen Landen die een snelle economische groei doormaken

- Tot 2000 was landbouw belangrijkste bron van inkomsten.
Vandaag de dag is dit de industrie >
mogelijk door globalisering.

nos.nl

H6: Energie in Brazilië

§1: De economie in Brazilië

- Veel ontwikkeling op het gebied van dienstverlening

- Overheid zette technopolen op.

En plek waar veel universiteiten, onderzoekscentra
en hightechbedrijven zitten.

- Door economische groei werd Brazilië steeds
welvarender.

H6: Energie in Brazilië

§1: De economie in Brazilië

Economische crisis

- Laatste jaren wereldwijde economische crisis

- Economische krimp leidde tot veel armoede.

- Sociale programma’s opgezet door overheid > toegang tot de gezondheidszorg, onderwijs, woning en werk, voor mensen met extreem lage inkomens. 

- Door te weinig investeringen > nu minder geld voor de sociale programma’s > een grotere kloof tussen arm en rijk.

Welvaartskloof in Rio de Janeiro

Aan de slag...

Lezen paragraaf 6.1, daarna maken:  2 t/m 5 

Individueel

Online of in je lesboek

Tot einde van de les 

Iets voor jezelf doen 

Wat?

Wie?

Hoe?

Tijd:

Klaar?

Herhaling

Paragraaf 6.1

De economie van Brazilië 

Zijn de stellingen juist of onjuist?

Juist

Onjuist

Brazilië heeft een jonge bevolking.

Meeste mensen trekken massaal naar het platteland voor werk

Mensen proberen op het platteland werk te vinden.

De bevolkingsdichtheid is ongelijk verdeeld over het land. 

Zelfbouwwijken in Brazilië noem je ook wel

1. Falafel
2. Favela
3. Gamma
4. Capibara

Favela's zijn het gevolg van:

1. Urbanisatie ( trek platteland naar stad)
2. Suburbanisatie ( trek van stad naar platteland)
3. Re - Urbabnisatie ( van platteland weer terug naar stad)

De industrie in Brazilië profiteerde rond 2000 heel erg van...

1. de crisis
2. Corona
3. Globalisering
4. Uranium

De laatste jaren wordt het verschil tussen arm en rijk

1. kleiner
2. groter

Welke landen horen bij de BRIC-landen?

1. Brazilië, Rusland, India, Chili
2. Brazilië, Rusland, India, China
3. Bolivia, Rusland, India, China
4. Brazilië, Rusland, Indonesië, China

Wat voor soort landen zijn BRIC - Landen?

Welvaart in Brazilië - zet in juiste volgorde

- Sinds het begin van deze eeuw is Brazilië een opkomende economie en behoort tot de BRIC-landen.

- Ook de dienstverlening ontwikkelde zich. 

   De regering stimuleerde dat door technopolen op te zetten. 

1.

2.

3.

4.

Brazilië is meer geld gaan verdienen met de industrie. Het land profiteerde van de globalisering en lage lonen in eigen land.

Ongeveer 30 jaar geleden was de landbouw de voornaamste bron van werkgelegenheid. Er werd veel koffie, suiker en vlees geproduceerd. 

Brazilië kon daardoor investeren in onder andere stedenbouw en wegen. Er was werk en mensen gingen meer verdienen. 

Door wereldwijde economische crisis verdient Brazilië minder aan zijn grondstoffen en producten. De werkloosheid stijgt.