6.1 opdr 8 t/m 14

Vak: Engels
Hoofdstuk: 6 Holidays, lesson 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen 
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: 6 Holidays, lesson 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen 
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Engels en open deze op blz 94.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je de grammar over vergelijken toepassen;
- kun je de grammar over should/shouldn't toepassen;
- kun je de grammar van de present simple toepassen.


Leergebiedoverstijgend doel:
Samenwerkend leren
- Accepteert feedback van medeleerlingen door zijn gedrag aan te passen.

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):
Niemand



Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Slide

welke is correct?
A
small-smaller-smallest
B
smal-smaller-smallest
C
smal-smaler-smalest
D
smaller-smallest-small

Slide 5 - Quiz


A
Should
B
Shouldn't

Slide 6 - Quiz

This chicken smells horrible.
A
You should eat that.
B
You shouldn't eat that.

Slide 7 - Quiz

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 8 - Quiz

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je 4/5 vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 10 t/m 14 op blz 94 t/m 97.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Giving advice
should/shouldn't + verb

Slide 14 - Slide

Are you hungry? You should eat something.
Bevestigen

Slide 15 - Slide

You shouldn't eat unhealthy snacks.
Negatief/afraden

Slide 16 - Slide

Should I ask her to come with me? Yes, you should.
Vragend

Slide 17 - Slide

Present Simple
Wat weet je nog over de Present Simple?

Slide 18 - Slide

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
we praten
jullie schrijven
zij studeren

we talk
you write
they study

Slide 19 - Slide

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
ik fiets
jij loopt
hij eet
zij bevriest
het draagt
I cycle
you walk
he eatS
she freezES
it carrIES

Slide 20 - Slide

SHIT
She
He
IT
bij He/She/IT 

werkwoord
werkwoord eindigend op S-klank
werkwoord eindigend op medeklinker Y
-S
-ES
-IES

Slide 21 - Slide

-y -S of -IES?
Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y
carry
study
hurry
cry
carrIES
studIES
hurrIES
crIES
Als een werkwoord eindigt op een klinker -y
play
buy
playS
buyS

Slide 22 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 10 t/m 14 op blz 94 t/m 97


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna kun een woordzoeker van 6.1 maken of de woordjes oefenen via Quizlet. 

timer
1:00

Slide 23 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je de grammar over vergelijken toepassen?
- kun je de grammar over should/shouldn't toepassen?
- kun je de grammar van de present simple toepassen?

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Noteer in je agenda:
Vrijdag 15 april
opdracht 10 t/m 14

Woensdag 20 april
SO woordjes 6.1 + 6.2

Slide 25 - Slide