1.1 De opkomst en evolutie van Engelse koloniën deel 1 blz. 8 t/m 11

HC - Het Britse Rijk 1620-1900


1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

HC - Het Britse Rijk 1620-1900


Slide 1 - Slide

HC -Het Britse Rijk 1620-1900
18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
27 Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de 'sociale kwestie'.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
34 De opkomst van emancipatiebewegingen
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Kenmerkende aspecten bij deze historische context P1.1

Slide 2 - Slide

Waar gaat dit thema over?
HC - Het Britse rijk 1620-1900
1.1 De opkomst en evolutie van Engelse koloniën

Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.2 De Britten in India

Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse rijk (1765-1885)?
1.3 Een industrieel en machtig Brits rijk

Welke rol speelden koloniën in de sociaaleconomische ontwikkelingen in Groot-Brittannië (1750-1900)?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Cartoon van Judge over 'The White Man's Burden(1899)(gedicht van R Kipling over de beschavingsmissie van de blanken)
John Bull en Uncle Sam dragen zwoegend hun koloniale onderdanen richting beschaving. 
John Bull
Uncle Sam

Slide 8 - Slide

  • Eerste interesse Britse kolonisatiedrang in Caraibisch gebied vanwege de vele grondstoffen daar... 
  • ...maar dat is al van Spanje

Slide 9 - Slide

  • vanwege deze concurrentie Spanje
  • dan dus naar naar het Noorden
Eerste christelijke baby geboren in Virginia, werd hier Virginia gedoopt.

Slide 10 - Slide

  • Oorlog met Spanje - Armada verslagen in 1588

Slide 11 - Slide

  • Gevolg -ommekeer in verhoudingen Amerika. 
  • Spanje minder dominant, een aantal Europese landen ruiken hun kans.
  • Britten gaan toch weer naar de Caraïben

Slide 12 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
  • Begin 17e eeuw 2e kolonie gesticht in Virginia (NA), de eerste was mislukt.

  • Doel kolonie: Handeldrijven met inheemse bevolking 
  • 'New World'

  • Virginia Compagnie of London (Engelse variant VOC).

  • In 1607 stichtte de compagnie Jamestown
  • Net als Roanoke, lag Jamestown ver weg van het Spaanse Florida. 

  • Hierna volgden meer koloniën in Noord-Amerika
begin van de Engelse kolonisatie

Slide 13 - Slide

  • Nieuwe kolonie in Virginia: 
  • Jamestown als eerste geslaagde Engelse nederzetting

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Andere landen kwamen ook koloniseren

Slide 16 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.3. Waarom was 1588 een keerpunt in het Engelse kolonialisme?

  • In dat jaar versloeg Engeland de Spaanse Armada. De Spanjaarden waren daardoor verzwakt en konden hun zilvervloten minder goed beschermen. Dat gaf ruimte aan andere landen om zich in Amerika te vestigen en zich te richten op de kaapvaart


Vragen

Slide 17 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
Veel mensen die uit Europa vertrokken, zochten een beter leven in Amerika. 2 redenen:

  • Economisch: het vinden van goud en zilver, handel drijven of een boeren bedrijf beginnen (of ander bedrijf, dus veel beroepen nodig)

  • Geloof: ook trokken veel mensen vanwege het geloof naar de Nieuwe Wereld. Voelden zich niet thuis in Europa of vrij genoeg om hun geloof te belijden.
  • 4 groepen 


Redenen van vertrek uit Europa

Slide 18 - Slide

Vier soorten religieuze groepen die naar Amerika vertrokken: Puriteinen, Quakers en Hugenoten
  • Puriteinen
  • Zeer strenge protestanten uit Engeland. Angst voor vervolging door koning James I.
  • Pilgrim Fathers(grondleggers VS)
  • Quakers
  • Andere protestanten, uit Engeland. Koning geeft land, wil graag van deze groep af. 
  • Hugenoten
  • Franse protestanten. Werden vervolgd door koning. 
  • Katholieken
  • Nederland en Duitsland. Werden niet voor vol gezien.

Slide 19 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.5. Grofweg kun je de kolonisten die naar Amerika vertrokken indelen in twee groepen. Welke twee groepen zijn dat?

  • Mensen die naar Amerika vertrokken in de hoop op een beter en rijker leven, zogeheten gelukszoekers, en mensen die uit Europa vluchtten vanwege geloofsvervolging.
Vragen

Slide 20 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
Het mooie toekomstige land waar veel kolonisten op hoopten werd al bewoond door inheemse volkeren.

  • Indianen (het bekende foutje) - Niet één volk, maar groot aantal stammen met eigen taal en cultuur.

  • Relatie kolonisten en inheemsen - soms goed, soms slecht. Konden elkaar gebruiken (handel), maar ook veel conflicten.

  • Europeanen voelden zich superieur. 
Indianen en kolonisten

Slide 21 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
Het innemen van land van 'minderen' werd niet als een probleem gezien door Europeanen.

  • Goedkope werkkrachten....

  • Oorzaken verdwijnen groot deel inheemse bevolking:

  1. Bloedige conflicten
  2. Ziektes - Europeanen niet grootste vijand van inheemse bevolking - ziektes (pokken/griep). Sommige schattingen gaan tot 90% van de totale inheemse populatie die sterft aan voor hen onbekende ziektes. (bewust?)
  3. Verdeel en heers. Stammen werden tegen elkaar opgezet.


Indianen en kolonisten

Slide 22 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.8. Beschrijf hoe de relatie tussen de kolonisten en de inheemse bevolking in het begin was.
  • Redelijk goed; beide groepen hadden elkaar nodig voor handel en economisch voordeel.

1.11. Noem drie oorzaken van het verdwijnen van een groot deel van de inheemse bevolking.
  1. Europese ziekten die indianen niet kenden en waar ze geen antistoffen tegen aanmaakten, zoals de griep;
  2. Gewelddadige conflicten tussen de kolonisten en de indianen.
  3. Gebruik maken van bestaande conflicten tussen inheemse stammen
Vragen

Slide 23 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
De negatieve houding tegenover indianen en de grote sterfte onder kolonisten leidden ertoe dat de vraag naar arbeidskrachten in Amerika steeds groter werd.

Noord en Zuid komen met verschillende oplossing:

  • Zuid: plantage economie - grote boerderijen die één product verbouwen. 
  • Suikerriet, katoen en later veelal tabak. 
  • Veel arbeidskrachten nodig --> 
  • Indianen geen succes, dan maar Afrikanen. (denk aan driehoekshandel)

  • Economie Zuiden steeds afhankelijker van slavernij.
Noord en zuid ontwikkelen zich anders

Slide 24 - Slide

Driehoekshandel met vanaf 1660 R.A.C.

Slide 25 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?


  • Noord: klimaat minder geschikt voor plantages, dus minder behoefte aan slaven (waren er wel!)

  • Grond is goedkoop. 
  • Veel boeren/handelaren/ambachtslieden uit Europa vestigen zich hier in de hoop op een beter leven. 

  • Noorden dan ook veel dichter bevolkt met Europeanen dan zuiden.

  • Noord - voornamelijk kleinschalige landbouw
  • Zuid - voornamelijk grote plantages
Noord en zuid ontwikkelen zich anders

Slide 26 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
1.12. Wat was het grootste verschil in bevolkingssamenstelling tussen het zuiden en het noorden van Noord-Amerika?
  • Het zuiden bestond met name uit tot slaaf gemaakten, het noorden vooral uit Europeanen.

1.15. Waarom kwamen trokken er zo veel Europeanen naar het noorden van Noord-Amerika?
  • Het land was goedkoop en de grond goed te verbouwen
Vragen

Slide 27 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
Gebruik bron 1.1 
De eerste Engelse ontdekkingsreis richting Amerika had een duidelijk doel, dat echter maar voor een deel gehaald werd.
 
1.82 Leg dat uit door:
- een politiek motief voor de ontdekkingsreis van Walter Raleigh te noemen;
  • Het was de bedoeling dat Raleigh onbekende gebieden en volken zou ontdekken (waar Engeland vervolgens de macht over kon hebben).
 - een economisch motief voor de ontdekkingsreis te noemen;
  •  Het was de bedoeling dat er veel goud- en zilvererts gevonden zou worden.
 - toe te lichten aan de hand van historische gegevens dat het politieke doel wel gehaald werd, maar het economische doel niet.
  • Engeland heeft verschillende gebieden in Noord-Amerika gekoloniseerd en was daar duidelijk de baas. De inheemse bevolking (indianen) moest zich onderwerpen aan de Britse wetten. Er is niet veel goud of zilver naar Engeland uitgevoerd. De koloniën die zij hadden waren vaak plantagekoloniën en zorgden dus voor andere producten
Toepassings- en inzichtvraag
Blz. 32

Slide 28 - Slide

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?
Maken opdracht 1.1, 1.2, 1.4, 1.6, 1.7, 1.8 t/m 1.11, 1.13, 1.14 en 1.16 
blz. 8 t/m 11 in je schrift. 
Huiswerk na les 1

Slide 29 - Slide