Hartmedicatie

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Soorten hartmedicatie
Antistollingsmedicijnen: stolling van bloed verminderen of vertragen.
Plastabletten (diuretica)
ACE-remmers
Bètablokkers
Anti-aritmica (hartritmestoornissen)
Digoxine (hartglycosiden)
Calciumblokkers
Statines (cholesterolverlagers)
Nitraten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving hartmedicatie
Onthoud de volgende ezelsbruggetjes:
  • Nitraten: bevat nitro-/nitraat
  • Bètablokkers: -lol
  • Calciumantagonisten: vaak -pine (niet altijd)
  • ACE-remmers: -pril
  • Angiotensinereceptorblokkers: -sartan

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Drie soorten antistolling
1. bloedplaatjesremmers
    Voorkomen dat er bloedstolsels in de bloedvaten ontstaan en zorgen dat bloedplaatjes 
    minder makkelijk gaan samenklonteren. Voorbeelden: acetylsalicylzuur, clopidogrel, 
    prasugrel, ticagrelor.
2. vitamine K antagonisten (VKA’s) 
     Werken vitamine K tegen: bloed stolt minder snel. Voorbeelden: acenocoumarol en 
     fenprocoumon.
3. Directe Orale Anti Coagulantia (DOAC).
     hebben rechtstreeks invloed op een van de stollingsfactoren (trombine en stollingsfactor Xa).
     Voorbeelden: dabigatran, rivaroxaban, apixaban, edoxaban.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Diuretica/plastabletten
Bij hartfalen en hypertensie
  • Zorgt voor vermindering van bloedvolume
  • Bijwerking: spierpijn of -zwakte in de bovenbenen en armen, ernstige vermoeidheid, hartkloppingen en heftige buikklachten, orthostatische hypotensie.
  • Voorbeelden: furosemide, bumetanide, 
    hydrochloorthiazide, chloortalidon en
    spironolacton.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

ACE-remmers
Bloedvaten worden verwijd -> bloeddruk lager. (remmen omzetting van angiotensine-I naar angiotensine-II

Meest voorkomende bijwerkingen: duizeligheid, hoofdpijn, prikkelhoest.
Voorbeelden: perindopril, fosinopril, enalapril, captopril, lisinopril.

Slide 7 - Slide

Is beter voor het hart en de pompkracht van het hart.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bètablokkers
Om het hart te ontlasten: bij angina pectoris, hypertensie, hartritmestoornissen.
Bètablokkers zorgen ervoor dat de bloeddruk daalt, de hartslag omlaag gaat en de hartspier minder krachtig hoeft samen te trekken. 


Meest voorkomende bijwerkingen: vermoeidheid, koude handen en voeten, duizeligheid, maagdarmklachten.

Voorbeelden van bètablokkers zijn: atenolol, bisoprolol, carvedilol en metoprolol.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Anti-artimica
Behandeling van hartritmestoornissen. 

Anti-aritmica: flecaïnide, amiodaron en sotalol.
  • Laat hart langzamer en regelmatiger kloppen

Meest voorkomende bijwerkingen: duizeligheid, maag-darmklachten en benauwdheid.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hartglycosiden/digoxine
Hartglycosiden: Bij ritmestoornissen en hartfalen
  • Verbetert de pompkracht van het hart en daardoor
rustige en regelmatige hartslag. Vooral voorgeschreven bij boezemfibrilleren.
  • Bijwerkingen: duizeligheid, maagdarmklachten, benauwdheid
  • Voorbeeld: Digoxine

Slide 17 - Slide

Kans op overdosering
Hartglycosiden worden door de nieren uitgescheiden. Bij oudere mensen neemt de nierfunctie af, waardoor de risico’s dan extra groot zijn.
De giftigheid van digoxine neemt toe in combinatie met bepaalde plasmiddelen. De meeste plaspillen verlagen namelijk de hoeveelheid kalium in het bloed. Een tekort aan kalium maakt de hartspier extra gevoelig voor digoxine. (gevaar voor overdosering) met als klachten hoofdpijn en diarree. (Bij deze klachten en gebruik digoxine: altijd HA contact)

Calciumblokkers
Calciumantagonisten: Bij angina pectoris en hypertensie
  • Minder samentrekking hart- en bloedvatspiercellen
  • Minder sterke samentrekking hart en lagere bloeddruk
  • Bijwerkingen: hoofdpijn, oedeem, rood gezicht, orthostatische hypotensie, draaierigheid, licht gevoel in hoofd.
  • Voorbeelden: amlodipine, nifedipine, diltiazem, verapamil


Slide 18 - Slide

hart te ontlasten en de bloeddruk te verlagen. Calcium is nodig om spieren te laten samentrekken. Calciumblokkers verslappen juist de spieren en verwijden de bloedvaten zodat het bloed goed kan stromen. Zo kan dit medicijn ervoor zorgen, dat de bloeddruk daalt, de hartslag omlaag gaat en de zuurstoftoevoer naar de hartspier verbetert.
Statines/cholesterolverlagers
cholesterolgehalte in het bloed omlaag
 Dankzij statines irriteert ook de binnenwand van de slagaders minder en vertraagt het proces van slagaderverkalking.
Bijwerkingen: maag- en darmklachten, vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid en spierklachten.
Voorbeelden: pravastatine, simvastatine, atorvastatine, rosuvastatine.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Nitraten
Bij angina pectoris
  • Hebben een vaatverwijdende werking
  • Voorbeelden:
    Sublinguaal,  spray in de mond  en tabletten (isosorbidenitraat)/ spray of pleister (Nitroglycerine) 
  • Bijwerkingen: Rood gezicht, hoofdpijn, orthostatische hypotensie
 

Slide 21 - Slide

Nitroglycerine kan mbv pleisters via de huid worden toegediend. De pleisters bevatten nitroglycerine die in kleine doses wordt afgegeven. Een probleem is dat het lichaam went aan de nitraten. Daarom wordt om gewenning tegen te gaan aangeraden om in de nacht (minder kans op aanval) geen pleister te gebruiken.
Bij een onderhoudsbehandeling wordt om bovenstaande reden aangeraden om de laatste dagdosis vlak na avondeten te nemen en dan de pleister te verwijderen.
Bijwerkingen: hoofdpijn, rood gezicht, orthostatische hypotensie (kortdurend duizelig bij overeind komen)

De gouden vijf bij Acuut Coronair Syndroom
bloedplaatjesremmers (groep 1 en 2) 
bètablokkers (groep3) 
ACE-remmers (groep 4) 
statines (groep 5).

Slide 22 - Slide

This item has no instructions