Woche 22 - 8mh

Willkommen bei Deutsch! Woche 22 - Stunde 2
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
  • kun je persoonlijke voornaamwoorden gebruiken.
  • kun je je bezittelijke voornaamwoord gebruiken.
  • korte teksten samenvatten.

15 min - persoonlijke voornaamwoorden
15 min - bezittelijke voornaamwoorden
15 min - Lesen
  5 min - Abschließen (afsluiten)

1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Willkommen bei Deutsch! Woche 22 - Stunde 2
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
  • kun je persoonlijke voornaamwoorden gebruiken.
  • kun je je bezittelijke voornaamwoord gebruiken.
  • korte teksten samenvatten.

15 min - persoonlijke voornaamwoorden
15 min - bezittelijke voornaamwoorden
15 min - Lesen
  5 min - Abschließen (afsluiten)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Seite 128, Aufgabe 11A
Hilfe? Lees de tip.
Fertig? Seite 128, Aufgabe 11B
timer
8:00

  • 1 t/m 9: Lees de tip en vertaal dan de persoonlijke voornaamwoorden.
  • 10 t/m 13: Vervang het zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord.

Slide 3 - Slide

Seite 128, Aufgabe 11A
1. ik
2. jij
3. hij
4. zij
5. het
6. wij
7. jullie
8. zij
9. u
10. Sie
11. Er
12. es
13. sie

Slide 4 - Slide

De ein-groep
Mannelijk                                   Onzijdig                             Vrouwelijk                                 Meervoud

Slide 5 - Slide

Seite 128/129, Aufgabe 11B & C
Hilfe? Lees de grammaticauitleg.
Fertig? Seite 129, Aufgabe 12
timer
8:00

Slide 6 - Slide

Seite 128/129, Aufgabe 11B & C
B
1. Woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan en aangeven van wie iets of iemand is.
2. Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk of meervoud is.
3. Als het zelfstandig naamwoord mannelijk of onzijdig is.

C
1. deine
2. unser
3. Mein
4. kein
5. euer
6. Ihre


Slide 7 - Slide

Seite 129, Aufgabe 12
1. Mein
2. Ihre
3. unser
4. Ihr (alleen met hoofdletter goed rekenen)
5. seine

Slide 8 - Slide

Der Lieblingssport der Deutschen
Lesen:
Seite 140, Aufgabe 29

Slide 9 - Slide

Der Lieblingssport der Deutschen
Seite 140, Aufgabe 29

1 falsch
2 falsch
3 richtig
4 falsch
5 falsch

Slide 10 - Slide

Was hast du gelernt?

Slide 11 - Slide

Die Hausaufgaben 

Slide 12 - Slide

Willkommen bei Deutsch! Woche 18 - Stunde 3
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
  • kannst du die Verben (werkwoorden) richtig benutzen.
  • kannst du Fragen über einen Text beantworten.

25 min - Verben (werkwoorden) (herhaling)
20 min - Lesen
5 min - Abschließen (afsluiten)

Slide 13 - Slide

Seite 128/129, Aufgabe 11B & C
Hilfe? Lees de grammaticauitleg.
Fertig? Seite 129, Aufgabe 12
timer
8:00

Slide 14 - Slide

Seite 128/129, Aufgabe 11B & C
B
1. Woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan en aangeven van wie iets of iemand is.
2. Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk of meervoud is.
3. Als het zelfstandig naamwoord mannelijk of onzijdig is.

C
1. deine
2. unser
3. Mein
4. kein
5. euer
6. Ihre


Slide 15 - Slide

Seite 129, Aufgabe 12
1. Mein
2. Ihre
3. unser
4. Ihr (alleen met hoofdletter goed rekenen)
5. seine

Slide 16 - Slide

Ab ins Wasser!
Seite 132, Aufgabe 17
Lesen

Slide 17 - Slide

Seite 132
Lesen

Slide 18 - Slide

Seite 152: Plauderecke C
Lest das Gespräch zu zweit. Wechselt die Rollen.

timer
8:00

Slide 19 - Slide

Seite 130, Aufgabe 15
Formuliere deine eigenen Antworten auf die Fragen in Aufgabe 14.

Schreibe die Fragen und deine Antworten vorne in dein Heft (schrift voorkant).


Hilfe? Hand hoch.

Fertig (klaar)? Seite 137, Aufgabe 25
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Was hast du gelernt?

Slide 21 - Slide

Was hast du gelernt?

Slide 22 - Slide

Die Hausaufgaben 

Slide 23 - Slide