Het gouden ei les 8: quiz

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Nederlands

Fictie: toegepast op 'het gouden ei'
Les 8
VWO 3
 P3 2021-2022

Het Gouden Ei - Tim Krabbé

Hoe wordt het verhaal verteld?

Een perspectief geeft aan hoe een verhaal wordt verteld.

We kunnen vier soorten perspectieven onderscheiden:

- Ik-perspectief: vanuit de ik-persoon (in het hoofd)

- Personaal perspectief: vanuit de hij/zij-persoon (in het hoofd)

- Auctoriaal (alwetend) perspectief: helikopterview (de schrijver weet alles van iedereen en levert soms ook commentaar)

- Wisselend perspectief: er wordt afgewisseld tussen de verschillende perspectieven. Er wordt bijvoorbeeld afgewisseld tussen twee hoofdpersonages die elk hoofdstuk vanuit hun eigen ik-perspectief de gebeurtenissen beschrijven.

Mening & argumenten

Beoordelingswoorden Je mening geef je door beoordelingswoorden te noemen.

(spannend, mooi, verdrietig, interessant, verrassend, etc.)

Argumenten Je beoordelingswoorden onderbouw je met argumenten. Je legt hiermee uit waarom je het boek spannend, interessant of anders vond. Je kunt hierbij ook nog verwijzen naar een fragment uit het boek om je argumenten extra te ondersteunen.

Mening & argumenten

Emotieve argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie). (maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend)

Realistische argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt. (geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel) 

Morele argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen. (Goed voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken)

Geef je mening over het Gouden ei. Gebruik hierbij een emotief, een moreel en een realistisch argument.
Onderbouw je mening ook (eventueel met voorbeelden uit het boek).

Quizvragen

Maak de quizvragen over het boek. Hiervoor moet je het boek wel al helemaal gelezen hebben. Nog niet gelezen? Lees het boek eerst uit en maak daarna de vragen.

1. Wie zijn Rex en Saskia?

1. Broer en zus
2. Een koppel
3. Vijanden
4. Bejaarden

2.Waar ging Saskia iets te drinken halen?

1. Een tankstation
2. De supermarkt
3. De koelkast
4. De Albert Heijn

Wat is vakantiebestemming van Rex en Saskia?

1. Hyères
2. Marina di Camerota
3. Londen
4. Ze gingen niet op vakantie

4. Bij welk benzinestation stoppen Rex en Saskia?

1. Total-Relais de Servotte
2. Venoy-Grosse-Pierre
3. Nuits St. Georges
4. Ze stoppen helemaal niet, ze rijden door.

5. Welk vertelperspectief wordt gebruikt in Het gouden ei?

1. Alwetende verteller
2. Ik-vertelperspectief
3. Hij/zij-vertelperspectief
4. Auctoriale verteller

6. Hoe heet de ontvoerder van Saskia?

1. Raymond Ehlvest
2. Raymond Lemorne
3. Raymond Hofman
4. Raymond van Barneveld

7. Wat is het beroep van Raymond?

1. dokter
2. leraar scheikunde
3. leraar fysica
4. leraar biologie

8. Hoeveel dochters heeft Raymond?

1. 2
2. 3
3. 1
4. geen

9. Wordt het verhaal chronologisch verteld?

1. Ja
2. Nee

10. Wie is Lieneke?

1. Rex' zus
2. Rex' nieuwe vriendin
3. Rex' moeder
4. Rex' buurmeisje

11. Waar gaat Rex op vakantie samen met Lieneke?

1. Côte d’Or
2. Marina di Camerota
3. Londen
4. Hyères

12. Wat is GEEN thema in Het gouden ei?

1. De kracht van liefde
2. Claustrofobie
3. Dood
4. Vriendschap

13. Welke spel spelen Lieneke en Rex op het grasveldje?

1. Badminton
2. Volleybal
3. Voetbal
4. hockey

14. Door wie werd zinnetje “Rex, ik vind je lief” geschreven op motorkap?

1. Saskia
2. Sandra
3. Lieneke
4. Raymond

15. Wat deed Lemorne met Rex en Saskia?

1. Doden
2. Levend begraven
3. Verkrachten
4. Bestraffen

16. Waarover gaat Saskia's en Rex' nachtmerrie?

1. Een moordenaar
2. Een gouden ei dat zweeft in een oneindig heelal
3. Een vork
4. Een Franse clown

17. Waar zat het slaapmiddel voor Rex in?

1. In een ijsje
2. In koffie
3. In thee
4. In een smoothie

18. Waarom wil Raymond een misdaad plegen?

1. Hij is gestoord
2. Hij werd verplicht
3. Hij vindt dat leuk
4. Hij wil in de gevangenis terechtkomen

19. Als 16-jarige springt Raymond Lemorne van een balkon omdat hij..

1. gevolgen van de zwaartekracht wil ervaren.
2. denkt dat hij kan vliegen
3. mogelijkheid van een sprong wil aantonen.
4. depressief is door problemen op school.

20. Lemorne verricht een heldendaad door..

1. een meisje te redden.
2. een inbreker te vangen.
3. een hond uit het water te halen.
4. agressieve vader bij zijn moeder weg te houden.

21. De wijze waarop Lemorne zijn gruweldaad voorbereidt, is te bestempelen als..

1. amateuristisch
2. uitgebreid en nauwkeurig
3. slordig
4. twijfelend

22. Waarom besluit Raymond Lemorne om Rex Hofman op te zoeken?

1. Raymond heeft medelijden met Rex.
2. heeft een advertentie geplaatst in de krant.
3. heeft een oproep gedaan op televisie.
4. geheim niet langer voor zich houden.

Einde van deze les