H. 3.2 Wat kost dat?

3.2 Wat kost dat? 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 Wat kost dat? 

Slide 1 - Slide

Je leer in deze paragraaf: 
- Hoe een ondernemer de verkoopprijs bepaalt 
- Hoe je de kosten per product uitrekent 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag? 
1. Uitleg H3.2
2. Zelfstandig werken aan de opdrachten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Brutowinstmarge/Brutowinstopslag
Hoeveel winst jij als bedrijf wilt maken per product. 
Vaak gegeven als procent. 

Stel je koopt als eigenaar van een kledingwinkel een trui in voor €15. Je wilt op deze trui een brutowinst marge van 30%. 
€15/100x30%= €4,50 
Je wilt dus €4,50 winst maken op je trui. 

Slide 5 - Slide

Verkoopprijs 
De verkoopprijs is dus de prijs die je voor je trui wilt (Excl. BTW) 

Inkoopprijs: €15 
Brutowinstmarge: €4,50
--------------------------------
Verkoopprijs: €19,50

Slide 6 - Slide

Nog een voorbeeld 
Een meubelwinkel koopt een bank in voor €400. Ze willen een brutowinstmarge van 45%. 

€400 / 100 x 45% = €180 

Inkoopprijs: €400 
Brutowinstmarge: €180
------------------------------
Verkoopprijs: €580

Slide 7 - Slide

Nu jullie: 
Een kledingwinkel koopt een broek in voor €15. Zij willen een brutowinstmarge van 25%. 

Wat wordt de verkoopprijs van deze broek? 

Slide 8 - Slide

Waarom een brutowinstmarge? 

A   Om de bedrijfskosten mee te betalen
B   Om een nettowinst over te houden

Slide 9 - Slide

Kostprijs

Slide 10 - Slide

Kostprijs per product

Slide 11 - Slide

Zelfstandig aan de slag
  • H3.2 maken 11 t/m opgaven 24 + samenvatting
    Klaar? 
  • Nakijken

Slide 12 - Slide

Fijne dag nog!
Huiswerk is H3.2 af! 
Blz. 78 t/m 81 

Slide 13 - Slide