Taak 4: Tijd en afstand

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Tijd en afstand

Zet de maanden in de goede volgorde

maand 1

maand 2

maand 3

maand 4

maand 5

maand 6

maand 7

maand 8

maand 9

maand 10

maand 11

maand 12

maart

december

januari

oktober

februari

juni

mei

september

november

april

augustus

juli

Jasper gaat voor stage 9 maanden naar Aruba. Hij vertrekt in de maand mei. In welke maand komt hij terug?

1. november
2. december
3. januari
4. februari

                        maanden is een jaar

                       dagen is een jaar

                    weken is een jaar
             

 Een dag heeft                            uur

  Er zitten                 seconden in een minuut

52

12

365

24 

60

Dokter

Boer

Buschauffeur 
Glazenwasser

Over 2 uur en 25 minuten
is de tijd............

1. 10:45
2. 11:20
3. 11:50
4. 12:15

Dylan vertrekt om
19:15 uit Haarlem. Hij komt in Amsterdam aan om 20:50. Hoe lang is hij onderweg geweest?

1. 95 min
2. 85 min
3. 75 min
4. 1 uur en 35 min

Dylan is dus 95 minuten onderweg van Haarlem naar Amsterdam.
De afstand tussen Haarlem en Amsterdam is 112 km
Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/u?

Over 8 uur en 26 minuten
is het............

1. 20:40
2. 21:50
3. 22:15
4. 22:50

90 minuten =

getal

eenheid

300 minuten =

4 weken + 4 dagen =

Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.

Let op: je gebruikt niet alles.

32

kwartier

uur

dagen

5

6

Carlo moet 26 pizza's bezorgen. Per pizza is hij 12 minuten onderweg. Hoe lang is Carlo bezig?

Zarah moet 15 tasjes inpakken. Ze doet 6 minuten over 1 tasje. Hoe lang is Zarah bezig?

1. 1 uur en 5 minuten
2. 1 uur en 15 minuten
3. 1 uur en 20 minuten
4. 1 uur en 30 minuten

Drie kwartalen zijn ....... maanden

Tim zwemt 8 baantjes in 24 minuten. Hoe lang doet hij over 1 baantje?

1. 3 minuten
2. 4 minuten

Tim zwemt 8 baantjes in 24 minuten.
Hoe lang zwemt Tim over 20 baantjes?

1. 40 min
2. 50 min
3. 60 min
4. 70 min

Tamara fietst 6 km in 30 minuten.
Hoe veel km heeft zij afgelegd na 20 minuten?

1. 2,5 km
2. 3 km
3. 3,5 km
4. 4 km

Op haar elektrische fiets fietst Tamara 30 km in 1 uur en 15 minuten.
Hoeveel km heeft Tamara afgelegd na 1 uur?

1. 21 km
2. 23 km
3. 24 km
4. 25 km

Tom maakt een wandeltocht van 24 km. Na twee uur
kijkt hij op zijn wandelapp en dan heeft hij 8 km
afgelegd. Hoe lang doet Tom over de route als hij
in hetzelfde tempo blijf wandelen?

Ida maakt een route van 14 km op haar paard. Na 40 min heeft zij 8 km afgelegd. Hoe lang doet zij over de rest van de route?

1. 15 min
2. 20 min
3. 25 min
4. 30 min