Opdrachten blz 242 en 269 Zorg dat je 16
bloemen maakt
1 bloem:
2 bloemen:(4.3: 1,2,3,4)
(4.4: 1,2,3,4)
Samenvatting 4.4 GT
Indeling plantenrijk: mossen, paardenstaarten, varens en zaadplanten.
Sporenplanten: planten zich voort door middel van sporen. Mossen, paardenstaarten en varens.
Zaadplanten: planten zich voort door middel van zaden. Bedektzadige en naaktzadigen.
Naaktzadigen: zaden aan buitenkant, bv dennenappel.
Bedektzadige: zaden aan binnenkant, bv appel, gras.
Dierenrijk wordt ingedeeld in zeven stammen: sponzen, holtedieren, wormen, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen en gewervelden.
Tweezijdig symmetrisch: je kunt het dier maar op één manier in twee ongeveer gelijke helften verdelen.
Veelzijdig symmetrisch: je kunt het dier op meerdere manieren in twee ongeveer gelijke helften te verdelen.
Niet-symmetrisch: je kunt het dier op geen enkele manier in twee ongeveer gelijke helften verdelen.
Uitwendig skelet: het skelet zit aan de buitenzijde van het lichaam.
Inwendig skelet: het skelet zit binnen in het lichaam.