1 een teken aan de wand (bijbel): een dreigende waarschuwing; iets wat tot grote bezorgdheid stemt.
Naar Daniël 5:25; in dat Bijbelboek wordt verteld hoe de koning van Babylon een groot feestmaal aanricht. De koning laat de aanwezigen drinken uit de gouden en zilveren bekers die zijn vader Nebukadnessar uit de tempel van Jeruzalem had meegenomen, iets wat als heiligschennis gold. Dan verschijnen er ineens vingers van een mensenhand, die iets op de muur schrijven. De koning noch zijn raadgevers kunnen de tekens lezen. De Joodse balling Daniël wordt ontboden om uitleg te geven. Daniël zegt: ‘Dit is wat er geschreven staat: Menee, menee, tekeel oefarsien. En dit is wat het betekent: God heeft de dagen van uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt. U bent gewogen en te licht bevonden. Uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.’ Deze woorden worden al snel waarheid: de koning wordt diezelfde nacht gedood, en zijn rijk komt in Perzische handen. (bron: Onze Taal)