Les 3 - Belichtingsdriehoek - Sluitertijd

• Keuzevak
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Les 3 - Belichtingsdriehoek

Belichtingsdriehoek

Leerdoelen

• Je weet hoe je beweging of juist geen beweging kan vast leggen 
• Je kunt de 3 woorden benoemen van de belichtingsdriehoek

Even een opfriscursus

Fotografie heeft met licht te maken. Zonder licht geen foto! 

De hoeveelheid licht stel je in met je Lichtgevoeligheid, Sluitertijd en Diafragma.

Drie belangrijke instellingen, zgn. belichtingsdriehoek:

•  sluitertijd
• diafragma
• ISO

Sluitertijd

Vaak afgekort met de letter Tv of S

Sluitertijd

In de TV-stand mag je:

1. Het diafragma groter en kleiner maken
2. De sluitertijd aanpassen

Beweging

Beweging fotograferen

Beweging fotografeer je door met je sluitertijd te gaan experimenteren. Op je overzicht van de LSD zie je dat je bij een sluitertijd van 1/30 beweging goed ziet in de foto.

Er zijn 3 soorten beweging:

- bevroren beweging (object "staat stil")

- beweging (object beweeg)

- panning (camera meebewegen met object)

Bevroren beweging

Beweging (van het object)

Panning (met object mee bewegen)

Voor een mooie vervaging van een rijdende bus maak je de sluitertijd...

1. Korter
2. Langer

Wanneer gebruik je géén lange sluitertijd?

1. Om snelle onderwerpen op beeld te krijgen voordat ze zijn verdwenen
2. Om meer licht te verzamelen (avondopnames)
3. Om vanaf statief te werken omdat onderwerp toch stilstaat

Opdracht

Opdracht 1a

Ga in groepjes (van drie) beweging fotograferen.

Zet het fototoestel op M(anual).

Maak foto's met sluitertijd 1/30 of 1/15:

- bevroren beweging

- het object wat beweegt

- panning (camera met object meebewegen)

Opdracht 1b

Zoek de drie beste foto's uit. Dus 1 foto met bevroren beweging, eentje met een bewegend object en eentje met panning. 

Sla je foto's op in de Onedrive. 

Bewerk deze in Lightroom in kleur en zwart-wit.

Sla je foto's op in de Onedrive. 

Opdracht 2a

Ga in groepjes (van drie) de volgende foto's proberen te maken met hele lange sluitertijden (bijvoorbeeld 2 sec). Gebruik hiervoor een statief.

- bewegend persoon in de gang

- bewegend persoon op de trap

- persoon wat onderdeel van lichaam beweegt

Ter inspiratie