Herhaling krachten.

Tijdens deze les:
  • Zie je welke hoofdstukken je moet leren voor het volgende tentamen.
  • Herhaal je Hoofdstuk 1 over krachten.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tijdens deze les:
  • Zie je welke hoofdstukken je moet leren voor het volgende tentamen.
  • Herhaal je Hoofdstuk 1 over krachten.

Slide 1 - Slide

Tentamenweek B:
Voor het NaSk1 tentamen van tentamenweek B leer je de volgende hoofdstukken:
H1 (paragraaf 1 en 3), H6 (helemaal), H10 (de GT - stukken niet) en H11 (paragraaf 1 en 4).

Slide 2 - Slide

H1 krachten.

Slide 3 - Slide

Effect van krachten:
Een kracht kan op drie manieren effect hebben op een voorwerp, namelijk:
Door het van vorm te veranderen.
Door het te versnellen.
Door het van richting te veranderen.

Slide 4 - Slide

Krachten moet je kunnen tekenen.
Hiervoor moet je het volgende weten:
Het beginpunt van de pijl (aangrijpingspunt, dit is het punt waar een kracht op werkt).
De richting van de kracht.
De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is.

Slide 5 - Slide

Krachtenschaal.
Je gebruikt bij het tekenen van de pijl een krachtenschaal. Deze geeft aan met hoeveel N, 1cm overeenkomt.

Slide 6 - Slide

kracht tekenen

Slide 7 - Slide

Je moet een kracht tekenen van 200N. Wat is hiervoor een handige krachtenschaal?

Slide 8 - Open question

Hoe groot teken je een kracht van 400N bij een krachtenschaal van 1cm = 80N?

Slide 9 - Open question

Welk effect heeft jouw spierkracht op een bal wanneer je er tegen aan schopt?

Slide 10 - Open question

Hoe berekende je de zwaartekracht?

Slide 11 - Open question

Je zit op een stoel. Bereken de zwaartekracht die op jouw werkt.

Slide 12 - Slide

Waarom zak je niet door de stoel?

Slide 13 - Open question

Normaalkracht.
Een oppervlak zoals dat van de stoel levert een normaalkracht. Wanneer krachten in dezelfde richting werken mag je ze bij elkaar optellen. Als ze recht op elkaar werken, haal je ze van elkaar af. Zo bereken je de resultante kracht.

Slide 14 - Slide

Resultante kracht.
Wanneer de resultante kracht 0 is, heeft een voorwerp een constante snelheid of staat hij stil.

Slide 15 - Slide

Hoe groot is de resultante kracht op je als je op de stoel zit?

Slide 16 - Open question

Kijk naar je berekende zwaartekracht. Hoe groot is de normaalkracht van de stoel dan op zijn minst?

Slide 17 - Open question

Resultante kracht

Slide 18 - Slide

Hoe groot is de resultante kracht van de smurfen?

Slide 19 - Open question

Je hebt nu H1 herhaald.

Slide 20 - Slide