Onderwerp

1 / 8
next
Slide 1: Video
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Hoe vind je het onderwerp?
1. Zoek de persoonsvorm (pv).
2. Zoek het onderwerp (o): 

Zet  'wie' of  'wat' voor de persoonsvorm en je weet wat het onderwerp is.

Een onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan!!!!!

Slide 2 - Slide

Ik zoek het onderwerp
  • Voor de klas staat de professor te praten.
  • Hij gooit de bal.
  • Zij klimmen op het rek.
  • Mijn moeder brengt mij naar school.
  • De oude bakker verkoopt zijn brood.
  • Benjamin wast zijn handen.
  • Daan en Veerle gaan op reis.
  • De kaars brandt twaalf uur.
  • Het boek ligt op tafel.
Zoek het onderwerp:
1. Wat is de persoonsvorm?
2. Zet er “wie of wat” voor en beantwoord de vraag. 
Nu weet je het onderwerp. 

Slide 3 - Slide

Klaar voor de quiz?!
Wat is het onderwerp in de volgende zinnen?

Slide 4 - Slide

Op zolder ligt al jaren een houten trein.

Slide 5 - Open question

Wij gaan op vakantie naar een warm vakantieoord.

Slide 6 - Open question

Achter de boom staat een lief hondje.

Slide 7 - Open question

Het onderwerp vind ik door:
A
Vraagzin maken
B
Wie of wat + persoonsvorm
C
Alle werkwoorden samem
D
De zin om te keren

Slide 8 - Quiz