This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Intervisie periode 7
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Voorkennis activeren
Incidentmethode
Les afsluiting
Slide 2 - Slide
Wie heeft er al stagegelopen op nieuwe zijn/haar stage?
Ja, ik ben al begonnen op mijn nieuwe stage
Nee, ik ben nog niet begonnen maar heb wel al kennis gemaakt
Ik heb nog geen kennis gemaakt
Slide 3 - Poll
Stap 1. Kies de voorzitter
De voorzitter bewaakt de tijd, de stappen en de spelregels.
De tijd kun je ook delegeren aan een ander groepslid.
(Per groep 1 voorzitter)
Slide 4 - Slide
Stap 2. Introduceer de casussen
Ieder groepslid vertelt over zijn/haar casus. Een casus is een gebeurtenis die nog niet volledig is uitgewerkt.
Een probleem dat min of meer onverwacht heeft plaatsgevonden en waarbij de probleeminbrenger zelf betrokken is.
Een probleem dat nog ‘leeft’ of in de toekomst gaat spelen.
De probleeminbrenger mag niet vertellen wat hij/zij gedaan heeft of hoe hij/zij de casus heeft aangepakt.
Slide 5 - Slide
Stap 3. Kies welke casus jullie gaan bespreken
Ieder groepslid krijgt twee stemmen. De casus met de meeste stemmen wordt besproken.
Bevraag elkaar op het waarom van iemands keuze. De argumenten die achter de keuze zitten kunnen ook voorde andere deelnemers van belang zijn.
Indien het probleem van de voorzitter wordt gekozen dan kiezen jullie een nieuwe voorzitter.
Slide 6 - Slide
Stap 4. De probleeminbrenger vertelt kernachtig nog eens zijn/haar probleem.
Hij/zij kan beginnen met:
“Mijn probleem is dat ………………... en mijn vraag aan de groep is ………………………”
Slide 7 - Slide
Stap 5. Welke vragen roept dit bij je op? Welke vragen heb jij om een goed (compleet) beeld te krijgen van
het probleem/de situatie?
Schijf voor jezelf minimaal drie vragen op om meer inzicht te krijgen in het probleem.
Slide 8 - Slide
Stap 6. In deze ronde kan een iedereen zijn/haar vragen stellen
Stel vooral vragen die feitelijke informatie geven.
Stel open vragen: wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc. en probeer door te vragen op de antwoorden die de probleeminbrenger geeft.
De voorzitter moet er op letten dat de probleeminbrenger niet vertelt hoe hij/zij de casus heeft aangepakt en moet er voor zorgen dat er geen discussie ontstaat.
Slide 9 - Slide
Stap 7. Het bespreken van ieders analyse
De groepsleden bespreken met elkaar hoe zij de situatie zien.
Welke oorzaken heeft een ieder ontdekt, welke aanleidingen zijn er? Hoe is de rol van de probleeminbrenger?
Hoe zijn de omgevingsfactoren?
Probeer met je groep tot een paar kernproblemen te komen.
De probleeminbrenger ziet toe en luistert. Er mogen geen vragen meer worden gesteld en de probleeminbrenger mag in deze fase niet reageren.
Slide 10 - Slide
Stap 8: Wat zou jij doen in deze situatie?
Ieder groepslid schrijft op : ‘Wat zou ik doen en WAAROM?’
(dit advies wordt later aan de probleeminbrenger gegeven)
Iedereen leest haar advies voor, zonder dat er commentaar wordt geleverd door anderen!
Slide 11 - Slide
Stap 9. Wat deed/doet de probleeminbrenger?
De probleeminbrenger vertelt hoe hij/zij handelde in de situatie en/of wat zij zich heeft voorgenomen om te gaan doen.
Slide 12 - Slide
Stap 10. Afsluitend gesprek
Heeft de probleeminbrenger behoefte aan een reactie op hoe de intervisie is verlopen?
Is het probleem te verbreden naar andere problemen uit de werksituatie van de deelnemers?
Mogelijk zijn er nog andere vragen, opmerkingen etc.
Slide 13 - Slide
Stap 11. Evalueren
Een ieder noteert wat hij/zij heeft geleerd van deze bespreking.
Eerst mag de probleeminbrenger vertellen wat hij/zij heeft geleerd en daarna de anderen.
Ten slotte vat de voorzitter de evaluatie samen.
Slide 14 - Slide
En volgende week
Gaan wie dieper in op wat kwaliteiten en valkuilen zijn