Vragers & Aanbieders Hoofdstuk 4 De arbeidsmarkt (5)

Hoofdstuk 4 (5)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 (5)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Bespreken opdrachten 4.12 t/m 4.17
  • Vervolg uitleg paragraaf 4.4
  • Maken opdrachten 4.18 t/m 4.23
  • Bespreken opdrachten 4.18 t/m 4.23

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende oorzaken van werkloosheid noemen en toelichten.
  • Je kunt het verschil tussen conjuncturele werkloosheid, structurele werkloosheid en frictiewerkloosheid toe lichten.
  • Je weet wat arbeidsproductiviteit is en je kunt deze uitrekenen.


Slide 3 - Slide

Bespreken
Opdracht 4.12 t/m 4.17

Slide 4 - Slide

Opgave 4.16
  • a. Bij CAO-loon leraren geschiedenis aanbod 90.000 en vraag 75.000.
  • b. Werkloos geschiedenis = 15.000 (90.000 - 75.000) -> 15.000 / 90.000 x 100% = 16,7%
  • c. Leraren wiskunde aanbod 60.000 en vraag  75.000, dus 15.000 vacatures.
  • d. Evenwichtsloon wiskunde € 30.000
  • e. Leraren wiskunde aanbod (nieuw) 70.000, dus wiskunde aanbod 10.000 meer.
  • f. Opleiding leraren duurt lang (4 jaar)
  • g. (20.000-25.000) / 25.000 x 100% = -20%

Slide 5 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd

Formule voor arbeidsproductiviteit


Productie : gewerkte tijd = arbeidsproductiviteit

    

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Krappe arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag dan aanbod

  • hebben werkgevers tekort aan personeel
  • hebben werkzoekenden een grote kans op een baan
  • is de kans groot dat de arbeidsomstandigheden verbeteren

Slide 8 - Slide

Ruime arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod dan vraag
  • werkloosheid hoog
  • werkzoekenden weinig kans op een baan
  • kans groot dat arbeidsomstandigheden verslechteren

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

ASML in Eindhoven verhuist zijn fabriek naar Tsjechië, welke soort soort werkloosheid kan dan ontstaan?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
frictie werkloosheid
D
seizoen werkloosheid

Slide 11 - Quiz

De evenwichtsprijs op een arbeidsmarkt (zie figuur) is € 8 per uur. Het minimum loon stijgt van € 9 naar € 12.
Hoe hoog zal de werkloosheid worden?
A
0,5 miljoen
B
1 miljoen
C
1,5 miljoen
D
2 miljoen

Slide 12 - Quiz

De vraag naar arbeid is/zijn de ...
A
werkgelegenheid
B
beroepsbevolking
C
vacatures
D
werklozen

Slide 13 - Quiz

Het aanbod van arbeid bestaat uit ...
A
mensen in loondienst + zelfstandigen + vacatures
B
mensen in loondienst + zelfstandigen + werklozen
C
werknemers + zelfstandigen
D
werknemers + werklozen

Slide 14 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een arbeidsmarktinstitutie?
A
CAO
B
vakbond
C
werkloosheid
D
minimumloon

Slide 15 - Quiz

Aan de slag met
Opdracht 4.18 t/m 4.23

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Als er meer mensen parttime gaan werken, dan ...
A
verschuift de aanbodlijn van arbeid naar links
B
verschuift de aanbodlijn van arbeid naar rechts
C
verschuift de vraaglijn van arbeid naar links
D
verschuift de vraaglijn van arbeid naar rechts

Slide 17 - Quiz

Bespreken opdracht 4.18 t/m 4.23

Slide 18 - Slide