Feedback

Feedback
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Feedback

Slide 1 - Slide

Wat is feedback volgens jouw

Slide 2 - Open question

FEEDBACK
Als je samenwerkt is het belangrijk dat je elkaar feedback geeft. Feedback geven betekent dat je de ander vertelt wat je van zijn/haar werk vindt.
Feedback krijgen betekent dat de ander aan jou vertelt wat hij van jouw werk vindt.
Met feedback help je elkaar om het werk beter te doen.

Slide 3 - Slide

Positieve feedback

Je geeft iemand een compliment als die iets goed doet.
Je geeft tops.
Negatieve feedback

Je geeft of krijgt negatieve feedback als iets niet goed gaat. Een ander woord ervoor is kritiek of tip.
Kritiek krijgen is niet altijd leuk. Kritiek geven is best lastig.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Kritiek
Maak opdracht 1.

Slide 6 - Slide

FEEDBACK GEVEN
Goede feedback:
  • Gaat over wat iemand doet en niet over hoe hij is
  • Gaat over iets wat iemand kan veranderen
  • Gebeurt op een rustige manier
  • Gaat over wat je ziet en hoort
  • Laat de ander ruimte om te reageren
  • Vertelt ook hoe het wel moet
  • Helpt om je werk beter te doen
  • Geef de ander de kans om te reageren
  • Vertel wat het effect is van het gedrag van de ander op jou
  • Vertel wat je beter of fijner zou vinden, hoe jij het graag anders zou zien.

Slide 7 - Slide

Sleep de feedback naar het juiste vakje.
goed
kan beter
Pff, jij kan écht niet schrijven!
Zelfs mijn hond snapt de spellingregels beter dan jij.
Je zou de spellingregels nog eens goed kunnen bekijken en je tekst dan nog een keer checken.
Het verhaal is heel interessant. Je zou wel nog iets meer aandacht kunnen besteden aan het gebruik van signaalwoorden.

Slide 8 - Drag question

Toptip-methode
De toptipmethode helpt je om op een goede manier feedback te geven. Het werkt als volgt:

  • Formuleer je negatieve feedback als een tip. Zeg niet: 'Dat stuk is echt slecht geschreven.', maar zeg: 'Als je nog eens goed naar dat stuk kijkt en een paar zinnen aanpast, dan loopt het verhaal veel beter'.  Zo weet de ander gelijk wat hij of zij kan doen om het stuk te verbeteren.
  • Geef voor elk stukje negatieve feedback (TIP) ook een stukje positieve feedback (TOP) zo krijgt de ander niet alleen te horen wat er misgaat, maar ook wat er goed gaat.

Slide 9 - Slide

Maak opdracht 2.

Slide 10 - Slide

FEEDBACK KRIJGEN
Als je feedback krijgt vertelt iemand anders aan jou hoe je het hebt gedaan. Tops krijgen is prettig. Maar tips (kritiek) krijgen is soms moeilijk. Reageer altijd netjes op kritiek die je krijgt.

Als jij kritiek krijgt, let er dan op:
* Dat je luistert naar de ander
* Dat je vragen stelt als je iets niet goed begrijpt.
Bijvoorbeeld:
* Wat bedoel je daar precies mee?
Kun je me daar een voorbeeld van geven?
Doe ik dat vaak?
Kun je me uitleggen waarom dat jou stoort?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide