regelmatig werkwoord op -ir klas 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bonjour la classe!

Bonjour la classe!

mardi 26 janvier

Le programme et les objectifs

• aan het eind van de les heb je het regelmatig werkwoord op -ir (Bron G chapitre 3) herhaald

Welke werkwoorden die
eindigen op -ir ken je?

Vervolgens plak je de uitgang erachter

finir --> stam=fin --> je fin + uitgang is -is --> je finis

uitgangen van het regelmatig werkwoord op -ir:

je + stam + is

tu + stam + is

il/elle + stam + it

nous + stam + issons

vous + stam + issez

ils/elles + stam + issent

Hoe maak je de présent van het regelmatig werkwoord op -ir?

Welke vorm is goed?

1. je finie
2. je finis
3. je finit

Welke vorm is goed?

1. nous finissent
2. nous finissez
3. nous finissons

Welke vorm is goed?

1. nous choisons
2. nous choisissons

je

Suzanne et Pierre

vous

Sophie

Jan et moi

finissez

finissent

finis

choisit

réagissons

Welke vorm is goed?

1. tu rougi
2. tu rougit
3. tu rougis
4. tu rougie

Welke vorm hoort er bij:
Charlotte......

1. grandis
2. grandit
3. grandissent

Welke vorm is juist?

1. vous remplissent
2. vous remplisent
3. vous remplisez
4. vous remplissez

Le passé composé

voltooid tegenwoordige tijd

De passé composé bestaat uit twee stukjes:

1) Het hulpwerkwoord:

avoir        of          être

j'ai                           je suis

tu as                      tu es

il/elle/on a          il/elle est

nous avons        nous sommes

vous avez            vous êtes

ils/elles ont        ils/elles sont

2) het voltooid deelwoord

het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord maak je door de -r- van het hele werkwoord af te halen

choisir - choisi - j'ai choisi

remplir - rempli - elle a rempli

grandir - grandi - ils ont grandi

welke vorm is goed?

1. tu a choisi
2. tu as choisir
3. tu as choisi

welke vorm is goed?

1. nous avons réussi
2. nous avons réussir
3. nous avez réussi
4. vous avez réussir

Laatste vraag!
Hoe maak je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ir?

Kortom... een regelmatig werkwoord vervoeg je door:

-ir van het hele werkwoord af te halen en vervolgens de goede uitgang erachter te plakken

Oefen nog eens op:

www.verbuga.eu

Allez au travail!!