What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2G Mittwoch, den 5. Oktober 2022 K1:Aussprache
Kapitel 1: Ich
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kapitel 1: Ich
Slide 1 - Slide
Mittwoch, den 5. Oktober 2022
Willkommen
Ziele
Hören: Zahlen
Sprachmittel üben
Blooket/
Lernliste: Spinner
Verb sein + Personalpronomen üben
Hausaufgaben
Zum Schluss
Slide 2 - Slide
Ziele:
Je kunt getallen herkennen tijdens een luisteroefening.
Je kunt oefenen met de zinnen uit de Sprachmittel.
Je kunt oefenen met de woorden uit de Lernliste.
Je kunt het werkwoord sein toepassen.
Je kent de persoonlijke vnw. in het Duits.
Slide 3 - Slide
Hören: Seite 15
Aufgabe 7 Zahlen lernen
Slide 4 - Slide
Sprachmittel üben:
Slide 5 - Slide
Waar woon je?
Vertalen in het Duits?
Slide 6 - Open question
Waar kom je vandaan?
Vertalen in het Duits?
Slide 7 - Open question
Hoe oud ben je?
Vertalen in het Duits?
Slide 8 - Open question
Wat is je adres?
Vertalen in het Duits?
Slide 9 - Open question
Hoe heet je?
Vertalen in het Duits?
Slide 10 - Open question
Blooket / Lernliste: Spinner
Wörter üben.
Schreib die Antworten in dein Heft => Spinner
Slide 11 - Slide
Verb sein + Personalpronomen üben:
Slide 12 - Slide
Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ich ....
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
wir ...
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
es ...
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ihr
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid
Slide 16 - Quiz
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
zij (enkelvoud)
Slide 17 - Open question
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
jullie
Slide 18 - Open question
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
u
Slide 19 - Open question
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
hij
Slide 20 - Open question
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
zij (meervoud)
Slide 21 - Open question
ik ben
Vertalen in het Duits.
Slide 22 - Open question
zij is
Vertalen in het Duits.
Slide 23 - Open question
wij zijn
Vertalen in het Duits.
Slide 24 - Open question
Hans und Gretel sind krank (ziek).
... liegen im Bett. (... liggen in bed).
Vervang Hans en Gretel voor een persoonlijk vnw.
Slide 25 - Open question
Woche 40
Leren Lernliste bladzijde 26 helemaal
Leren Grammatik bladzijde 27: pers.vnw + werkwoord sein
Leren Sprachmittel Seite 27 + Seite 22
Slide 26 - Slide
Beantwoord de vragen:
1. Wat gaat al goed?
2. Hoe heb je geleerd?
3. Ben je tevreden over jouw manier van leren?
Slide 27 - Open question
Zum Schluss:
Hoe leer je woordjes?
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
More lessons like this
2F Mittwoch, den 5. Oktober 2022 K1:Aussprache
October 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2F Dienstag, den 11. Oktober 2022 K1:Aussprache
October 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2E Donnerstag, den 15. September 2022 K1: personalp sein
September 2022
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2C Dienstag, den 15. Oktober 2024 Kapitel 1 ICH
October 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2C Donnerstag, den 17. Oktober 2024 Kapitel 1 ICH
October 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2E Mittwoch, den 14. September 2022 K1: personalp sein
September 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2C Donnerstag, den 03. Oktober 2024 Kapitel 1 ICH
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2C Dienstag, den 08. Oktober 2024 Kapitel 1 ICH
October 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2